226
29 Juni 1939.
worden, terwijl de Ministerieele circulaire daarvoor toch
niet was uitgevaardigd, doch alleen diende om den
dienstbodennood tegen te gaan. Het besluit van Hitler,
tot het terugroepen van de Duitsche dienstmeisjes, is
daarvoor de directe aanleiding geweest. Spreker geeft
toe, dat er dienstbodennood is. Hij betwijfelt of deze
bestreden kan worden met overheidsmaatregelen, maar
indien dit het geval is, dan slechts door de opheffing
van de achterstelling van het beroep van dienstbode in
sociaai opzicht. Het toepasselijk verklaren van de On-
gevallen- en vooral Ziektewet, zou misschien kunnen
helpen. Dit zijn echter maatregelen, die genomen moe-
ten worden door den Minister van Sociale Zaken. Spre-
ker zou het een dankbare taak voor de R.K. fractie
vinden, den bevrienden Minister hierop te wijzen.
Dat, aldus spreker, verschillende bedrijven te kampen
zouden hebben met het aannemen van personeel, kan
aan honderd oorzaken liggen, doch ligt niet aan de
uitvoering van de circulaires. Spreker weet, dat Burge-
meester en Wethouders, in gemeenten met eenzelfde
karakter als Heemstede, waar n.l. ook wasscherijen zijn
en ook veel beter-gesitueerden wonen, een omstandig
onderzoek hebben ingesteld naar de resultaten van de
in die gemeenten uitgevoerden maatregel. Spreker her-
innert zich, dat daarbij bleek, dat in Apeldoorn, Zeist
en 's Graveland, geen enkel meisje van de fabrieken
naar de huishouding is overgegaan. Uit deze authen-
tieke gegevens van het gemeentebestuur, blijkt dus wel
duidelijk, dat het toegepaste middel geen enkel effect
oplevert.
Met den heer Voors wijst spreker op het gevaar, om
de Rijkssteunregeling in onderdeelen na te volgen.
De heer Meeuwenoord zegt, dat eenige vergaderingen
geleden, de omscholing van arbeiders ter sprake is ge-
bracht, waardoor toen zelfs een bedrag is gevoteerd,
om daardoor te trachten de werkloosheid te vermin-
deren. Spreker vraagt zich af, waarom, nu de Minister
den bedoelden maatregel in het leven roept, om daar-
door te voorzien in den dienstbodennood en als gevolg
daarvan mede gelegenheid wordt geschap«en, dat de
door de meisjes verlaten betrekkingen door mannelijk
personeel worden ingenomen, daartoe ook te Heemstede
niet wordt overgegaan. Z.i. ligt hier een taak voor de
gemeente om dezen maatregel in te voeren.