228
29 Juni 1939.
toe te passen maatregel is onbillijk genoemd. Dit zou
ook inderdaad het geval zijn, doch spreker acht dit
minder erg. Wel is het z.i. beter, voor alle gezinsinkom-
sten een gelijke regeling te hebhen, doch dan zou spre-
ker het juister achten alle inkomstenaftrek na te laten.
Nu, aldus spreker, bestaat de mogelijkheid met het
aftreksysteem gedeeltelijk te breken. Het is zeer zeker
in het belang van de werkloozen, deze gelegenheid niet
ongebruikt te laten. Alhoewel gebrekkig, beteekent het
toch een verbetering. Daarom zal spreker het voorstel
van den heer van der Linden steunen.
De heer Mr, von Meyenfeldt kan zich met het advies
van Burgemeester en Wethouders vereenigen. Spreker
heeft bij de bepaling van zijn standpunt, aandacht ge-
schonken aan de motieven, die aan de circulaire van
den Minister ten grondslag liggen, doch die volgens het
toegezonden raadsstuk, voor""Heemstede geen resultaat
zullen opleveren.
De Voorz.itter zegt, dat het zeer zeker juist is, dat in
den laatsten begrootingsraad op de vraag van een der
raadsleden door den Wethouder geantwoord is, dat
Burgemeester en Wethouders bereid waren de ge-
vraagde regeling in te voeren. Deze toezegging van
den Wethouder werd gegeven, nadat in een vergadering
van Burgemeester en Wethouders dit vraagstuk eenigs-
zins oppervlakkig behandeld was en waarbij bleek, dat
Burgemeester en Wethouders er niet volkomen anti-
pathiek tegenover stonden. Later werd nog een aan-
vullings-circulaire van den Minister ontvangen, die een
nadere uiteenzetting van de bedoeling van den maat-
regel inhield. Toen dan ook, na de raadsvergadering,
de zaak in de vergadering van Burgemeester en Wet-
houders weer ter sprake kwam, omdat bij doorvoering
wijziging van de steunregeling moest plaats hebben,
meenden Burgemeester en Wethouders goed te doen,
alvorens tot definitieve invoering te besluiten, eerst nog
het advies van de Commissie voor de Werkloozenzorg
in te winnen.
In de vorige vergadering werd door een der raads-
leden de opmerking gemaakt, dat Burgemeester en
Wethouders, over invoering van den maatregel, reeds
met de organisaties hadden gecorrespondeerd. Spreker
wijst er op, dat dit niet 't geval is geweest, doch dat
wel aan de leden der Commissie voor de Werkloozen-