230
29 Juni 1939.
van Burgemeester en Wethouders, om niet tot invoering
over te gaan, zijn in het toegezonden raadsstuk opge-
nomen.
De opmerking is gemaakt, aldus spreker, dat de indu-
strie van deze regeling reeds last zou hebben. Spreker
voert daar tegen aan, dat de Chef van de Afdeeling
Algemeene Zaken, een bezoek heeft gebracht aan het
bureau van de Arbeidsbemiddeling te Haarlem, om daar
naar de juistheid van die bewering te informeeren,
waarbij bleek, dat bij de arbeidsbemiddeling niets ge-
merkt is van een opvallende overgang van de meisjes
van de industrie naar de huishoudelijke betrekkingen.
Reeds eerder is er een adres ingekomen van de
waschindustrieelen om dezen maatregel niet in te voe-
ren, omdat daardoor de waschindustrie benadeeld zou
kunnen worden. De waschindustrie is, volgens spreker,
van groote beteekenis voor Heemstede. De nreisjes
daarin werkzaam, kunnen nu eenmaal niet allen door
jongens vervangen worden.
Verder merkt spreker op, dat mede door den Minister
is bepaald, dat de z.g.n. plafondbepaling, niet in acht
behoeft te worden genomen, waardoor het uit te keeren
steunbedrag het gestelde maximum kan overschrijden.
Dit opvoeren van de uitkeeringsbedragen brengt ook
weer gevaren mee. Men moet niet van alle walletjes
willen eten. Het van alle buitenkansjes willen profitee-
ren houdt een groot gevaar in. Spreker ontraadt op
dezen weg voort te gaan.
De heer van der Linden merkt op, dat hij in de vorige
vergadering inclerdaad gezegd heeft, dat de organisaties
schrifteijk met het voornemen van Burgemeester en
Wethouders, tot invoering van den bedoeuden maat-
regel, in kennis waren gesteld. Spreker had toen werke-
lijk de overtuiging dat dit gedaan was. Inmiddels is
hem gebleken, dat dit niet is gedaan. Voor deze ver-
gissing biedt spreker zijn excuus aan.
Spreker komt op tegen de bewering, als zou men
van alle walletjes willen eten. Als iets goeds wordt
gedaan en men meent dat op ideëele gronden te moeten
verdedigen, dan kan z.i. nog niet gezegd worden, dat
men van alle wallen wil eten. Of het resultaat van den
maatregel groot zal zijn, is volgens spreker niet vooruit
te bepalen.
Ten aanzien van het door Burgemeester en Wethou-