232
29 Juni 1939.
Er is, aldus spreker, niet beweerd, dat uit meisjes,
werkzaam in fabrieken e.d. geen goede huisvrouwen
voortkomen, doch dat er betere huisvrouwen worden
gevormd in de gezinnen dan in de fabrieken.
Spreker is er van overtuigd, dat wanneer de bedoelde
maatregel niet door Minister Romme, doch door een
S.D. Minister was ingevoerd, de heer Disselkoen daar-
voor meer sympathie zou gevoelen.
Ten aanzien van het betoogde, dat men met het aan-
nemen van dezen maatregel op een gevaarlijken weg
zou komen, merkt spreker op, dat wanneer het waar is,
dat het voorstel van den heer van der Linden er heden-
avond doorkomt, deze gang van zaken, die leden, die
reeds langs met het idee tot invoering van de Rijks-
steunregeling rondloopen, volmaakt naar den zin zal
zijn. Spreker bestrijdt echter, dat men met dit voorstei
op den gevaarlijken weg zou zijn.
Waar men aanhaalt, dat in Haarlem deze regeling
gedeeltelijk niet is ingevoerd, merkt spreker op, dat
Haarlem financieel niet te vergelijken is met Heemstede.
Tenslotte is spreker van meening, dat Burgemeester
en Wethouders de motieven, die hen hebben geleid
tot het terugkomen op de eens gegeven toezegging,
hadden dienen te bedenken, vöôr zij hun toezegging
gaven.
De heer Disselkoen is er verbaasd over, dat de heer
van der Erf hardnekkig blijft vasthouden aan de uit-
legging, als zou de maatregel genomen zijn op ethische
motieven. Alléén het door Hitler terugroepen van de
Duitsche dienstboden, is de aanleiding tot het uitvaar-
digen van dezen maatregei. Waarom, aldus spreker,
zou anders de Minister eerst tot twee jaar na het aan-
vaarden van zijn bewind, wachten, om een dergelijke
zaak aan te pakken. Dit noemt spreker feiten, die niet
te weerspreken zijn.
De bewering, dat de S.D.A.P. anders niet zoo zuinig
is, is op dit onderwerp niet van toepassing, omdat zui-
nigheidsoverwegingen niet het motief voor het afwij-
zend standpunt van de S.D.A.P. zijn. Verhooging van
't totaal steunbedrag met f 10.000.acht spreker zeker
gemotiveerd. Indien dit bedrag naar billijkheid voor de
werkloozen zou worden aangewend, dan heeft spreker
nog nooit een voorstel zöö graag ondersteund.
Den heer Meeuwenoord wil spreker opmerken, dat