28 Juli 1939.
251
deren naarmate de bouwkosten lager blijken te zijn
dan de geraamde f 34.000.—. Dezen maatregel zou hij
willen zien toegepast ten opzichte van de som ad
4 5000.welke wordt voorgesteld als bijdrage te ver-
leenen. In het eerste voorstel van Burgemeester en
Wethouders wordt medegedeeld, dat de uitgaven voor
arbeidsloonen worden geraamd op f 12.000.en dien-
tengevolge f 10.000 als bijdrage zou kunnen worden
verleend. Deze raming der arbeidsloonen acht spreker
niet al te zuinig genomen. De helft van dit bedrag
zal de werkelijkheid dichter benaderen.
Spreker wil aan den bouw medewerken en heeft
daar wel een offer voor over, vooral nu Burgemeester
cn Wethouders accoord gaan met sprekers voorstel
om voor den bouw als voorwaarde te stelien, dat de
landelijke collectieve arbeids-overeenkomst voor de
bouwbedrijven voor dit werk van toepassing zal wor-
den verklaard en voorts dat dezelfde bepalingen om-
trent het aanstellen van werklieden zullen gelden als
in de bestekken voor gemeentewerken zijn vastgesteld.
Met den heer Van Unen had spreker willen vragen
of Burgemeester en Wethouders met den Volksbond
inzake de plaats tot overeenstemming waren gekomen.
Het door den Voorzitter aan den heer Van Unen ge-
geven antwoord heeft spreker bevredigd. Ten aanzien
van de voorgestelde ruiling van grond vraagt spreker
of deze ruiling met gesloten beurs tot stand komt.
Door het niet kunnen bouwen van een kanobergplaats
zal de uit dien hoofde geraamde ontvangst in de ex-
ploitatierekening van f 100,— komen te vervallen. Daar
staat echter tegenover, dat de bouwkosten zeer zeker
minder zullen worden, hetgeen toch ook weer in de
exploitatierekening tot uiting zal komen.
De Voorzitter antwoordt, dat de ruiling van grond
met gesloten beurs tot stand zal komen.
De heer Mr. von Meyenfeldt zegt, dat de heer Van
Unen reeds heeft uiteengezet hoe de loop van zaken
is geweest. Aan de door de Financieele Commissie
behandelde vragen gaat z. i. echter een andere vraag
vooraf, n.l. of de sdchting van dit gebouw principieel
verantwoord is.
In Juni 1937, toen een dergelijk voorstel als thans
aan de orde was, heeft spreker op de vraag of het
op den weg van het Qemeentebestuur lag, ter voor-