260
28 Juli 1939.
wil discuteeren over omscholing van arbeiders, is z.i.
een andere kwestie. Spreker heeft ibeluisterd, dat als
iemand wordt omgeschoold voor een ander vak en er
blijkt later, dat er geen werk in dat vak is, dit teleur-
stelling zal teweeg brengen, omdat men bij de betrok-
kenen verwachtingen heeft gewekt. Bij deze redeneering,
aldus spreker, vergeet men, dat zoo iemand voor de
arbeidsmarkt dan beter geschikt is, omdat hij dan twee
pijlen op zijn boog heeft. In het veronderstelde geval
is het dus nog niet verkeerd dat omscholing plaats
vindt. Spreker zegt, dat een betonwerker begint als
jongmaatje, dan handlanger wordt, vervolgens vlechter
en dan als een volslagen betonwerker wordt beschouwd,
Men wordt nu eenmaal nooit direct volslagen beton-
werker, doch dit gaat langs den weg van geleidelijkheid.
Als iemand dus iets leert van betonwerk, dan is dat z.i.
van belang voor den betrokkene. Schuilloopgraven zijn
volgens spreker niet !bijzonder ingewikkelde werken.
AIs zij door een bom getroffen worden, beteekent dit
een ramp. Zij beschermen alleen voor rondvliegende
scherven. Deze schuilloopgraven vindt spreker wel ge-
eigend om door arbeiders bij wijze van oefening in be-
tonwerk uit te doen voeren.
De heer Disselkoen, aldus spreker, acht het onzeker
of deze omgeschoolde arbeiders bij de te stichten zui-
veringsinstallatie zullen kunnen worden tewerk gesteld.
Spreker is daarentegen van meening, dat als het werk
door de gemeente wordt aanbesteed en de bepaling
wordt gemaakt, dat deze menschen moeten worden aan-
genomen, er toch alle zekerheid bestaat.
De heer Meeuwenoord zegt, dat omscholing van ar-
beiders een terrein is, dat niet zoo eenvoudig is, want
niet alleen de mogelijkheid van het aanleeren van een
vak, waaraan thans behoefte bestaat, doch ook de leef-
tijd der om te scholen arbeiders speelt een groote rol.
Spreker wijst er op, dat ook de proef van het omscholen
tot autogeen-lasscher niet het gewenschte resulaat heeft
opgeleverd. Z.i. is het dan ook beter, dat, evenals door
den heer Van der Linden is voorgesteld, het comité tot
ontwikkeling en ontspanning van werkloozen, zich in
verbinding stelt met personen uit de vakbeweging en
zich zoo goed mogelijk laat voorlichten, vöôr dat tot
omscholing wordt overgegaan. Spreker heeft geen be-
zwaar tegen het gevraagde crediet.