280
1 September 1939.
aan. De Voorzitter, aldus spreker, heeft mij den Ben-
jamin genoemd. Nu is het, volgens spreker, een be-
kend feit, dat vader Jacob, Benjamin dermate vertroe-
telde, dat hij voor zijn Broeders onuitstaanbaar werd.
Spreker hoopt, dat niet gemeend zal worden, dat de
Voorzitter hem zoodanig vertroeteld heeft dat hij voor
de anderen onuitstaanbaar geworden is. Voorts dankt
hij den Voorzitter voor diens neutrale leiding en
hij spreekt den wensch uit dat de jeugdige ingezetenen
later onder betere omstandigheden mogen meewerken
aan den bloei van de gemeente. (Applaus).
De heer Jonckbloedt hoopt, dat een kort en een
goed woordje, ook zijnerzijds, hier een bescheiden en
goed plaatsje moge vinden.
Uit den mond van tegenstanders van groote ge-
zinnen heeft spreker wel eens de bewering vernomen
dat de laatste kinderen van een talrijk kroost er wel
eens bekaaid afkomen en zelfs minderwaardig zouden
zijn. Indien wij, aldus spreker, niet het getuigenis
hadden over genieën, die als laatste kinderen van een
groot getal broers en zusters zijn geboren, zou de
5eL Pro°g er ziin om deze bewering te logen-
straffen. Hij is het 16e kind van 19 uit één gezin En
wie is er, die geen respect heeft voor de talenten en
de prestaties van dit 16e kind. Ja, 't is zoo met hem
gesteld, dat ik hem nu juist wel niet onder de genieën
behoef te rekenen, maar toch zou ik de letters van
zijn naam willen omkeeren en zeggen dat de heer
Dr-pr°og een „Qrood" heer is. En als ge den naam
recht wilt laten staan, zooals deze eenmaal bij de
geboorte-aangifte is gespeld, dan zeg ik, alles wat
roog heet is goed, vooral nu wij bij de mobilisatie
ons kruit „droog" moeten houden.
Uw heengaan, aldus spreker, stemt ons eenigszins
weemoedig. We zien U noode van ons scheiden. In
de 32 jaren van raadslidmaatschap en 19 jaren van
wethouderschap, hebt U door uw woorden en werken
aller respect afgedwongen. Dit kan ik U verzekeren,
ên în den Raad van Heemstede ên natuurlijk heel bij-
zonder in de R. K. fractie, zal uw naam glorieus blij-
ven klinken. J
Spreker wil besluiten met de toepassing op een
oude sage. Mogelijk, aldus spreker, heeft iemand onzer
deze wel eens door een liedertafel hooren vertolken