328
19 October 1939.
fusie-pogingen kan spreker zelfs billijken. Was hij
raadslid van Haarlem, dan zou hij ook tot de 35 voor-
stemmers hebben behoord. Doch zooiang als hij nog
raadslid is van Heemstede, neme Haarlem hem niet
kwalijk, dat hij te veel respect heeft voor den staat
van dienst van het Heemsteedsche gasbedrijf, dat hij
de jaarlijksche winst- en verliesrekeningen te gezond
oordeelt, om zich door fusie te ontdoen van een lichaam
waarop de gemeente naar zijn meening trots kan zijn
en op wiens behoud hij daarom prijs stelt. Heemstede
heeft getoond een gasfabriek te kunnen exploiteeren
en met succes te exploiteeren. Bovendien zijn de voor-
uitzichten, bij voortzetting der exploitatie, niet van
dien aard, dat spreker vrees koestert voor de toekomst.
Wanneer in het particuliere bedrijfsleven een bedrijf
verkocht, overgeheveld of gefusionneerd wordt, dan zal
dit zelden een kerngezond bedrijf zijn. Nu zou spreker
den Wethouder van de Bedrijven willen vragen om
een antwoord op de vraag, of het Heemsteedsche bedrijf
kerngezond is, ja of neen.
Het College van Burgemeester en Wethouders isr
evenmin als spreker, in staat om te voorzeggen hoe
het verloop van de exploitatie der Haarlemsche gas-
fabriek zal uitvallen. „Wij zijn geborgen", zegt de heer
Van Unen, „een contract is een contract". Indien alle
contracten contracten zouden zijn volgens de opvatting
van den Wethouder en als alle contractanten ook deze
zelfde opvatting huldigden, dan zouden alle advocaten„
aldus spreker, hun deuren wel kunnen sluiten, hetgeen
door deze heeren vanwege de daardoor te derven in-
komsten zeker betreurd zou worden.
De Wethouder heeft gezegd, dat onderling vertrouwen
tusschen partijen den grondslag voor elk contract vormt.
Spreker wil dit gaarne aannemen, doch zou de op-
merking willen maken, dat men bij mooi weer geen
parapluie meeneemt, maar dat wanneer de zaak scheef
loopt, de praktijk leert, dat dan het onderling vertrouwen
geregeld wordt naar verhouding van de voor of na-
deelen die partijen erbij denken te behalen. Allerminst
is het sprekers bedoeling hiermede de integriteit van
het contract aan te vallen.
De Wethouder meent zeker te zijn van de prijzen
en denkt allicht: „Ik toucheer elk jaar m'n f 10.000.—
Spreker kan echter dit standpunt niet deelen; volgens
hem blijft er nog altijd een groot percentage risico,