19 October 1939.
de gevolgen voor elk gezin moeilijk kunnen volgen. Als
men f 11.000.maar door een genoegzaam aantal
deelt, dan zal het voordeel voor één persoon niet groot
zijn. In totaal is echter onaantastbaar een financieel
voordeel aanwezig voor de gemeente.
Ten aanzien van de veronderstelde verlaging van den
eventueelen kostprijs van het gas bij eigen productie
en grooter verbruik, constateert spreker, dat bij stijging
van het verbruik de eenheidsprijs bij aankoop ook lager
wordt. Het vastrecht zal dan over een grooter aantal
M3 gas worden verdeeld. Het is een belangrijke factor,
dat bij mindere afname, dus bij een niet volledig be-
zette fabriek, de eenheidsprijs bij eigen productie aan-
zienlijk stijgt. Men moet zich dus niet alleen blind
staren op een lageren kostprijs van het gas bij een
grooteren afzet, doch ook de mogelijkheid van een
lagere afname voor oogen houden.
Waar beweerd wordt, dat we in Heemstede beschik-
ken over een goed geoutilleerde fabriek, wil spreker er
op wijzen, dat in deze fabriek nu minstens f 170.000.1
en later nog weer eens f 50.000.moet worden ge-
investeerd, om haar op peil te houden. Bij de te be-
steden f 170.000.— voor nieuwe kamerovens, dient er
de aandacht op te worden gevestigd, dat het hier be-
treft een vernieuwing van oude ovens, waardoor dus
geen meerdere reserve ontstaat. Bij een grootere gas-
productie zal ook de reserve grooter moeten worden.
Spreker heeft van den heer de Tello de klacht ver-
nomen, dat alles zoo snel gegaan is. Als twee inen-
schen, in casu de Wethouder van Haarlem en spreker,
onderhandelen, dan verandert het aspect der zaak elk
oogenblik. Zoolang geen overeenstemming was be-
reikt, gaf een bespreking in de Commissie voor de Be-
drijven niets. Alleen toen alles vasten vorm had aange-
nomen, kon dat. Spreker hoopt, dat de heer de Tello
dit met hem eens is. Donderdags kwam spreker met
den Wethouder van Haarlem tot overeenstemming,
waarna hij de zaak Vrijdags in de Financieele Comniis-
sie heeft gebracht. Spreker komt met klem op tegen de
meening, dat Burgemeester en Wethouders „geld-
apparaten" zouden zijn; zij zijn niet uitsluitend op gel-
delijk voordeel bedacht. Ook aan spreker is de sociale
kant van de materie nooit ontgaan. Hij meent dan ook,
dat van hem niet gezegd kan worden, dat zijn sociaal
gevoel is afgestompt.