338 19 October 1939. lang is, dat de gasproductie steeds meer gecentraliseerd wordt. Nog is de opmerking gemaakt, dat de tegenwoordige ovens langer dan 10 jaar (de vastgestelde' duur) zijn meegegaan, doch hierop kan slechts worden geant- woord, aldus spreker, dat dit wel mogelijk is, doch dat calculaties niet moeten worden gebaseerd op uitzon- deringsmogelijkheden, doch op wat regel is. Doet men anders, dan worden het fantasie-calculaties. De meening van den heer Disselkoen, dat alles wat van de fabriek overblijft, waardeloos zou zijn, kan spre- ker in geen enkel opzicht deelen. De niet gebruikte terreinen en gebouwen kunnen dienstbaar gemaakt wor- den voor diverse diensten. Nog onlangs moesten wij een hulp-gebouw koopen. Als bij-opmerking, echter geenszins als hoofdargu- ment, wil spreker nog zeggen, dat de aanwezigheid van een gasfabriek in het midden van het dorp bij Dreef en Spaarnekant, niet direct een verfraaiïng beteekent van onze gemeente. De opmerking van den heer van der Erf inzake den kolenprijs meent spreker reeds te hebben beantwoord. Het bericht in de courant over de opoffering van personeel moet, naar men zal begrijpen, zoo worden opgevat, dat men de vrees uitsprak in Haarlem, dat ten- slotte het Haarlemsche personeel zou worden opge- offerd aan de belangen van het van Heemstede over- genomene. Spreker acht het moeilijk om het bezwaar van den heer van der Erf inzake eventueel gewenscht wachtgeld op te lossen. Bij de bespreking van het oorspronkelijke plan, is in de commissie voor de bedrijven gezegd: „De uitdrukkelijke eisch is, dat het overgenomen personeel in actieven dienst moet blijven." Zou men nu weer bij de gemeente Haarlem aankomen met de vraag: „Wat gebeurt er als er één liever wachtgeld wil?", dan zal Haarlem dat terecht beschouwen als een bijkomenden eisch en daarvoor allicht niet voelen. Immers voor zoo iemand zou Haarlem wachtgeld moeten betalen zonder eenige tegen-prestatie. De diverse, door den heer Kamerbeek gemaakte op- merkingen wil spreker trachten te beantwoorden en hij begint met toe te geven, dat er natuurlijk steeds veel onzekere factoren in elk bedrijf zitten. Dit is juist het cardinale punt van deze zaak. B.v. de kapitaalslasten

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1939 | | pagina 40