340
19 October 1939.
vanzelfsprekend, inaar omdat beide partijen er wat in
zien. Zoo behoort het bij een goed contract.
Natuurlijk gunt spreker Haarlem het beste, maar hii
îs evenzeer overtuigd, dat ook Heemstede er wel bij zal
varen en doet daarom zijn meening gestand, dat het
beter is voor Heemstede om gas te koopen,' dan om
het te produceeren, nu er zooveel nieuw geld in de fa-
briek moet worden gestoken.
Naar aanleiding van een vraag van den heer van der
mden hoe het met de aan te leggen persleiding gaat
deelt spreker mede, dat deze wordt gelegd en betaald
door Haarlêm, het tracé vast te stellen in overleg met
Heemstede. Er is door Heemstede niet gevraagd om
daarbij Heemsteedsche werklieden aan te stellen: spre-
ker heeft echter het gevoel, dat een dergelijk verzoek
met van de hand gewezen zal worden en is zeker bereid
dit te doen.
Met nadruk wijst spreker erop, dat alle cijfers wat
de productie-kosten betreft, thans een stijgende ten-
clenz vertoonen; door de overeenkomst met Haarlem zou
die stijgmg geëlimineerd worden voor Heemstede.
De kwestie „luchtgevaar" is niet eenvoudig, aldus
spreker, want het feit, dat Heemstede in een lagere, dus
z-g.n minder gevaarlijke klasse is gerangschikt dan
Haarlem, zegt niets voor wat betreft de' veiligheid.
bpreker acht het bommengevaar geen factor van betee-
kems en durft over de molestkwestie niet veel te zeo--
gen, alleen wil hij erop wijzen, dat Heemstede absoluut
„weg is wanneer op deze gemeente de eerste klap zou
vallen en er alleen een productiebedrijf was.
Tenslotte wil spreker, nadat hij alle vragen en op-
merkingen beantwoord meent te hebben, nog als zijn
overtuigmg naar voren brengen, dat de aanbieding zoo-
als Haaiiem die thans heeft gedaan, niet zoo licht zal
terugkeeren.
Haarlem heeft nu belang bij een grootere afname
want iecler weet, dat een bedrijf dat op maximum-
capaciteit werkt, den laagsten prijs kan inzetten Mo-
gehjk kan ook over een jaar of 6 of 10 nog een over-
eenkomst worden aangegaan, maar zeker niet uito-e-
sloten is, dat de positie dan heel anders zal zijn en dat
de rugdekking, die Haarlem nu bij de Hoogovens heeft
dan misschien niet meer bestaat zooals thans.
Tenslotte verklaart de Wethouder, dat zijn opvatting
met het gevolg is van gemakzucht of uitblussching van