20 November 1939. 375 als een beleediging voor den Raad. Er komt geen enkel argument in den brief voor. Spreker had verwacht van Gedeputeerde Staten meer gehoord te hebben. Hij heeft geen nieuwe gezichtspunten gezien, waardoor tegen- stemmers tot voorstemmers zouden kunnen worden be- keerd. Ook had spreker verwacht, dat Burgenreester en Wethouders van hun kant iets hadden willen zeggen. Feitelijk ziet spreker de zaak zoo, dat het is een kwestie tusschen Haarlem en Heemstede. Met gelijke cijfers zal de zaak niet verder komen. Hier is geen sprake van een partij-kwestie. Na het door de heeren Kamerbeek en de Tello gesprokene, zal spreker nfet in details treden. Met den heer Rijkes is spreker het eens, dat 5 Haarlem- nrers in het College van Gedeputeerde Staten zitting hebben, waarvan 3 Haarlemsche oud-wethouders, doch spreker zal de personen hier niet bijhalen. Hij kan het echter niet breeder zien. De kwestie is zoo uitgeplozen, dat bespreking van details niemand meer zal bekeeren. Z.i. dient het annexatiegevaar niet uit het oog te worden verloren. Spreker heeft nog veel te zeggen, doch hij zal maar liever zwijgen. Er is echter voor hern geen enkel motief in het geding gebracht, om zijn meening te her- zien. De heer Disselkoen heeft geen behoefte, na de uitvoe- rige debatten, die over deze kwestie zijn gevoerd, in herhaling te treden. Echter zal hij spreken over en naar aanleiding van den brief van Gedeputeerde Staten. Spreker sluit zich aan bij het afkeurend oordeel, door de andere leden over het schrijven van Gedeputeerde Staten geuit. Hij gelooft, dat het niet vaak zal zijn voor- gekomen, dat dergelijke belangrijke zaken op een zoo operette-achtige rnanier zijn behandeld, als nu het geval is geweest. De Raad nrag z.i. verlangen, dat een na urenlange debatten genomen beslissing, grondig wordt onderzocht en gewogen wordt op argumenten. De heer de Tello, aldus spreker, heeft reeds gezegd, dat door Gedeputeerde Staten niet van de notulen kon worden kennis genomen. Dit is niet de nranier waarop de zaak door een hoogere instantie moet worden behandeld. Ook de houding van Burgemeester en Wethouders acht spreker niet juist. De brief van Gedeputeerde Sta- ten wekt den onjuisten indruk, dat de gemeente-secre- taris op eigen gezag gegevens heeft verstrekt. De gang van zaken is echter anders geweest. De door den be-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1939 | | pagina 21