20 November 1939. 381 ren van den vorigen keer herhaald. In tegenstelling met den heer Van der Erf, heeft spreker nog wel een kleine illusie, dat alsnog het contract met Haarlem een feit zal worden. Van den heer Kamerbeek heeft spreker een lange rede aangehoord, waarin hij hem niet altijd heeft kun- nen volgen. De heer Kamerbeek heeft daarbij den brief van 12 April aangehaald en gezegd, dat Burgemeester en Wethouders toen vöör behoud van de gasfabriek waren en nu niet ineer. Men moet echter, aldus spreker, alle rapporten naar hun datum beoordeelen. Op 12 April waren Burgemeester en Wethouders inderdaad vöör het behoud van de fabriek, omdat er toen een hëel andere aanbieding van Haarlem was dan thans. Het is spreker opgevallen, dat de heer Kamerbeek geregeld tegen henr sprak. Spreker wijst er nadrukkelijk op, dat het vorige en het tegenwoordige College van Burge- meester en Wethouders zijn meening unaniem deelen. Voorts heeft de heer Kamerbeek het over de totalitaire staten gehad. Spreker stelt vast, dat, als hij in een totalitairen staat, weik land dit ook is, goede dingen ziet, die hij op economisch gebied gewin acht, hij er geen bezwaar in ziet, die toe te passen. Dat aan con- centratie van bedrijven het gevaar verbonden is, dat het hoofd-bedrijf zijn wil dicteert, kan waar zijn, maar hier is geen sprake van een dictatuur van Haarlem. Hier betreft het een contract over een 25-jarig tijdvak, waar- na partijen vrij zijn, om het al of niet te verlengen. Voor die vrijheid van handelen hebben Burgemeester en Wethouders maatregelen genomen in het ontwerp- contract en door gevoerde correspondentie. Aan spreker is voorts het verwijt gedaan, dat hij een gezond bedrijf wil opofferen. Dit is z.i. echter een ver- keerde voorstelling. Het bedrijf is in z'n geheel zeker een gezond bedrijf, dat in staat is om winst af te werpen. Eén onderdeel daarvan is echter zeker niet gezond. De productie-afdeeling moet n.l. een heel groote vernieu- wing ondergaan. Nu is spekers streven alleen om deze vernieuwing op een voordeelige wijze te doen uitvoeren, n.l. door het aangaan van een contract met Haarlem. Het gezonde bedrijf zal blijven bestaan en daarna z.i. nog gezonder worden. De angst, dat de batige saldi zuflen verdwijnen, is totaal overbodig, omdat het bedrijf niet opgeheven wordt. Spreker vindt, dat de heer Kamerbeek het met zijn

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1939 | | pagina 27