384 20 November 1939. Haarlem offreerde, de f 10.000,— misschien iets gewij- zigd za! moeten worden, al kon met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid worden gezegd, dat dat wel niet het geval zou zijn bij beslissing op hedenavond. Moet spreker echter over eenige maanden met Haarlem onderhandelen, dan komen de kaarten anders te liggen. Niet vergeten toch moet worden, dat toen spreker de onderhandelingen onlangs voerde, hij altijd bij het stel- len van eischen kon aanvoeren, dat als dit of dat niet gedaan zou worden, Heemstede met de eigen productie zou voortgaan. Dit heeft veel bijgedragen tot een gun- stige onderhandelingspositie. Later-zou Haarlem en terecht dekking vragen van de meerdere kosten, ont- staan door het tijds-uitstel, afgezien van het feit of Haarlem dan nog heil zag in contracteeren. Spreker blijft beweren, dat het te behalen voordeel voor Heemstede bij het aangaan van het contract op f 12.000.is te stellen met de kans, dat dit eerder meer, althans niet minder zal worden. Zij, die een der- gelijk voordeel niet tellen, moeten dan maar tegen stem- men. Wien dit voordeel echter niet onverschilfig is, alle verdere risico wil vermijden en geen groote productie- moeilijkheden wenscht, dient voor dit contract te stem- men. Alle andere factoren, zoowe! van politieken als van annexionistischen aard, moeten bij deze kwestie niet meetellen. Voor het annexatie-argument heeft spre- ker alle moeite bij Haarlem gedaan, om dit onschadelijk te maken. AIs men in deze zaak de politiek laat mee- spreken, wordt het rneer dan een zakelijke kwestie. Spreker wil nog even aanhalen, hetgeen door den heer Kamerbeek in een lezing voor den Bond van R.K. Raadsleden is gezegd: „Van het oogenblik, dat de finan- cieringspolitiek niet zonder aanzien van partij of per- soon kan te werk gaan, zit er te veel muzie'k in. De combinatie van financierings- en partijpolitiek valt meestal uit ten nadeele van de financiën." Dit is volgens spreker een volkomen juist standpunt van den heer Kamerbeek. Spreker zegt ten slotte, dat de Raad goed zal doen, om het contract alsnog aan te nernen. De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, zegt, dat de heer Mr. Bakhuizen van den Brink heeft gevraagd, wat hij van de a.s. begrooting dacht. In antwoord daarop verklaart spreker, dat hij het bejammert, dat de behan-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1939 | | pagina 30