388
20 November 1939.
te gokken. Het gaat z.i. niet aan, dat Haarlem aan
Heemstede medeeling doet, dat haar aanbieding tot
nrorgen geldig is. Spreker is van nreening, dat in het
geval Heemstede met Haarlem een contract nroet aan-
gaan, Haarlem de zaak moet bezien, zooals zij nu doet.
De heer Kamerbeek merkt op, dat door den Wethou-
der de suggestie is geuit, dat hier politieke factoren in
het spel zouden zijn. Als raadsleden voor het behoud
van het eigen gasbedrijf zijn, dan wordt gezegd, dat ze
politiek zijn, maar dan is z.i. ook het onrgekeerde waar.
Spreker tart den Wethouder te bewijzen, dat achter
deze zaak een politieke tendenz zit. Hij vindt dit van den
Wethouder geen fijne opmerking.
Door den heer Mr. Bakhuizen van den Brink is ge-
zegd, aldus spreker, dat het niet aangaan van het
contract met Haarlem een gok is. Spreker betreurt deze
uitlating. Het is z.i. gewoonte, dat de minderheid zich
bij de nreerderheid neerlegt en niet de meerderheid bij
de mindertieid.
Er is, volgens spreker, geen enkel bewijs voor de
interpretatie van den brief van Gedeputeerde Staten,
door den heer Mr. Bakhuizen van den Brink, als zou
voor 95 vaststaan, dat Gedeputeerde Staten het be-
sluit niet zulien goedkeuren. De heer Mr, Bakhuizen
van den Brink mag dan jurist zijn, spreker acht zich op
dit terrein even bevoegd als hij. Spreker weet, dat Ge-
deputeerde Staten bij voorkeur oordeelen over de
credietwaardigheid van een gemeente.
Waar de heer Mr. Bakhuizen van den Brink sprekers
berekening heeft aangehaald, merkt spreker op, dat als
de heer Mr. Bakhuizen van den Brink niet rekent, hij
geen fouten kan maken en als hij niet pleit, zich niet
vergissen kan. Een prijs van 0.8 cent voor ongedekte
kolenkosten blijkt inderdaad accoord te zijn. Niemand
kon echter uit de cijfers lezen, dat daarin reeds lret 6
gasverlies in de leiding, was opgenomen. Daarvoor is
het gebrekkige stuk verantwoordelijk. Hij neemt dan
ook zijn geproduceerde cijfers, na overleg met den
Directeur, con amore terug.
Naar aanleiding van de opmerking van den heer Mr.
Bakhuizen van den Brink, dat de Raad hier een gok
maakt, merkt spreker op, dat de heer Mr. Bakhuizen
van den Brink misschien meent, dat het in de handels-
wereld evenzoo gaat als in de proceswereld, waar men