406 28 November 1939. vormt over het tinancieel beleid van' Qedeputeerde Staten in deze kwestie. Spreker vraagt, hoe de Raad belangrijke bedragen in het bedrijf zou hebben gesto- ken, als hij geweten zou hebben, dat het toch opge- heven moet worden. De burgerbevolking zou dan met recht hebben kunnen vragen of de Raad gek geworden was. Hoe kan men een crediet goedkeuren voor een cokesbreek- en sorteerinrichting, indien het volgend jaar geen cokes meer gefabriceerd mag worden. Dit lijkt spreker een volslagen onjuiste figuur, op grond waarvan men zich reeds afvraagt hoe Gedeputeerde Staten tot de conclusie kunnen komen, dat deze cre- dietaanvrage moet worden geweigerd. Voorts wijst spreker op het K. B. van 20 Augustus 1928, hetwelk luidt: „Gedeputeerde Staten hebben ten onrechte hun goedkeuring onthouden aan een raadsbesluit tot het aangaan van een geldleening met een looptijd van 10 jaren, waar die leening wordt aangegaan ter betaling van een voorwerp, waarvan de gebruiksduur te stellen is op tenminste 15 jaren". De vraag, aldus spreker, doet zich voor, of het on- juist zou zijn een wijziging van de begroottng te be- vorderen, waarin alleen een geldleening wordt aange- gaan voor den bouw van een gasoven. Spreker twijfelt er niet aan of een dergelijke leening zou spoedig volteekend worden, terwijl een aflossingstermijn van 10 jaar kan worden gesteld. Deze proef kan z. i. nog genomen worden, indien hel beroep op de Kroon ver- worpen wordt. Waarom, zoo vraagt spreker, is hooger beroep noo- digMen heeft beweerd, dat men voor een verloren zaak strijdt. Spreker vindt het zeer oneerbiedig indien men over een rechtsinstantie al bij voorbaat twijfel uit over haar rechtsopvattingen. De Raad moet niet beïnvloed worden dat zij voor een verloren zaak opkomt. Wanneer, vraagt spreker, loopt het aanbod van Haarlem af. Uiterlijk Woensdag na de vorige raads- vergadering, heeft de Wethouder verklaard. Maar dan verliest z. i. het optreden van Gedeputeerde Staten elken grond, omdat er geen contract met Haarlem meer bestaat. Hoe staat het met dit contract? Spreker is van meening, dat ook tijdens het beroep bij de Kroon, Haarlem 't zelfde contract moet handhaven. Staats-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1939 | | pagina 12