28 November 1939.
415
die maar ten deele door den Wethouder zijn weerlegd.
Maar over een periode van 25 jaar valt er nog minder
van te zeggen. Zeker is bekend, dat Heemstede niet
zal profiteeren van een kolenprijs lager dan f 8.—. A1
heeft än de vorige vergadering Mr. Stomps een contract
waarin sprekers wensch zou zijn opgenomen om voor
Heemstede dat profijt wêl te verkrijgen, een leeuwen-
contract genoemd, waarin dan Heemstede de leeuwen
Haarlem het schaap zou voorstellen, het is spreker
toch nog niet goed mogelijk om de zaak te zien, zooals
Mr. Stomps dat doet.
Spreker vreest al te zeer, dat Haarlem niet uit een
algemeen sociaal-economisch gezichtspunt aan Heem-
stede de gasfabriek wenscht te ontnemen, doch uit
zeer zakelijke bedoelingen, n.l. om de financiën van
Haarlem, die zooals bekend verre van rooskleurig zijn,
te verstevigen ten koste van de Heemsteedsche bur-
gerij. Het is verre van spreker, dit Haarlem als zonde
te willen aanrekenen, maar Heemstede zij gewaarschuwd.
Behalve het nadeel, dat Heemstede niet zal profi-
teeren van een kolenprijs lager dan f 8.die na het
beëindigen van den oorlog snel verwacht mag worden,
bestaan andere, ten deele in vorige vergaderingen reeds
in cijfers uitgedrukte nadeelen, maar ook verschillende
imponderabilia. Terwijl spreker de waarde der cijfers,
die mogelijk alleen reeds de schaal in het voordeel
van de Heemsteedsche gasfabriek zou doen overslaan,
niet uit het oog wil verliezen, wil spreker toch de
imponderabilia ook gaarne doen meetellen. Hetvolledig
bedrijf der gasfabriek n.l. helpt mede, om de gemeente
te maken tot een meer volkomen gemeenschap. Zonder
de fabriek met haar personeel, doet ze spreker den-
ken aan een geamputeerde, een onvolwaardige.
De heer De Tello: „Een Gedeputeerde".
De heer Disselkoen: „Een gedupeerde".
De heer Dr. Mulder, zijn betoog vervolgend, zegt,
dat niet alleen het complex van toestellen wordt ge-
amputeerd, maar ook de daaraan verbonden levens-
existenties, het personeel met bijbehoorende gezinnen.
Nu niet bepaald als financieele factoren, geldverteer-
ders en belastingobjecten, maar als menschen, als
geesteiijke en moreele waarden. Deze achttien menschen
en hun gezinnen worden, indien de Haarlemmers,
d.w. z. de gemeente Haarlem en Gedeputeerde Staten,