28 November 1939.
417
missie van deskundigen te benoemen, die namens het
Gemeentebestuur het contract zal redigeeren. Door
het zelf te redigeeren, kan men voorkomen, dat door
den tegenstander daarin wendingen worden aange-
bracht die men niet kan overzien. Als het contract
dan noodig wordt, dan heeft men ten minste de kans,
dat het niet al te schadelijk wordt.
De Voorzitter zal de beantwoording van de be-
zwaren tegen het contract, aan den heer Van Unen
overlaten. De door den heer Dr. Mulder gewenschte
commissie, zou spreker niet durven voorstellen. Spre-
ker zou dit beleedigend achten voor den Raad, die
toch al tweemaal uitspraak in deze kwestie heeft ge-
daan. Dat zou den Raad ganschelijk niet waardig zijn.
De heer Kamerbeek zal zijn best doen zoo zakelijk
mogelijk te blijven. Spreker erkent het goed recht van
de minderheid er anders over te denken dan de meerder-
heid. Ook erkent spreker het recht van Gedeputeerde
Staten om aan de zijde van de minderheid te staan.
Wanneer spreker het laatste schrijven van Gedepu-
teerde Staten voorneemt, dan leest hij daarin twee
argumenten, n. 1. het financieele voordeel en de con-
centratie van de gasproductie. Schakelt spreker de
gaskwestie uit, dan blijft alleen over het standpunt
dat Gedeputeerde Staten innemen ten aanzien van het
beleid van de gemeente. Spreker meent, dat Gedepu-
teerde Staten slechts behoeven op te treden in het
geval, dat gemeenten meer wenschen uit te geven dan
Gedeputeerde Staten meenen, dat verantwoord is. Als-
dan kunnen Gedeputeerde Staten hun recht van voogd
of curator uitoefenen. Hier bestaat echter de figuur,
dat een financieel gezonde gemeente gewezen wordt
op de voordeelen die ontstaan uit het aangaan van
een contract met Haarlem, terwijl daaraan tevens wordt
toegevoegd, dat om dat voordeel te behalen, dat con-
tract dient te worden aangegaan. Men kan elke andere
kwestie inschakelen, doch spreker zal er zich nooit
mee kunnen vereenigen, dat geraakt wordt aan de
macht aan de gemeente verleend bij de desbetreffende
wet. Daarvoor is dan ook beroep op de Kroon open
gesteld. Hij kan daarom met het gesprokene doorden
heer De Tello accoord gaan. Dit is geen stijfhoofdig-
heid van spreker, doch vloeit uitsluitend voort uit het
bepaalde in de Grondwet, dat boven Gedeputeerde