28 November 1939. 419 De heer Mr. Bakhuizcn van den Brink wil volstaan, met het betoog van den heer Voors te onderschrijven, waarin hij de positie van de gemeente in deze gaskwes- tie schetst. Hij wil echter de reserve maken, dat de voorgestelde motie hem wel aangenaam van strekking is, doch hern om technische redenen toch niet de juiste oplossing lijkt. Spreker wil voorts waarschuwen tegen de verwachtingen, die wellicht zijn gewekt door de opmerkingen van den heer de Tello, die op 't eerste gezicht wel belangrijk lijken, doch geen resultaat zullen hebben. De heer de Tello, aklus spreker, heeft zich verdiept in de jurisprudentie voorkomende in de Ge- meentewet. Spreker had ook voor de vorige vergade- ring de jurisprudentie nageslagen. Hij heeft dat echter nu niet gedaan. Wel kan hij echter verklaren, dat de door den heer de Tello gegeven voorbeelden, geen maatstaf vormen voor het onderhavige geval. In het eerste geval hebben Gedeputeerde Staten zich ver- meten, op grond van een handeling van een gemeente, de gemeente-begrooting niet goed te keuren. Spreker is van meening, dat dit geval zich hier niet voordoet, omdat het zich hier bepaalt, tot onthouding van de goedkeuring aan een begrootingswijziging. In het ge- geven voorbeeld komt in de motiveering bovendien een passage voor, die met andere dingen verband houdt. Ten aanzien van het 2e gegeven geval, merkt spreker op, dat het niet gezegd is, dat elke geldleening goedgekeurd zal worden. Wel bestaat de mogelijkheid, dat de Kroon goedkeuring zal verleenen. De Raad zal z.i. echter beter doen, het beroep op de jurisprudentie door den heer de Tello, als ongehoord te beschouwen. Indien van het besluit van Gedeputeerde Staten, al- dus spreker, bij de Kroon in beroep wordt gegaan, dan moet, overeenkomstig de Gemeentewet, wel binnen twee maanden een beslissing door de Kroon worden genomen, doch de praktijk leert, dat zoo'n beslissing pl.m. 9 maanden uitblijft. In den tusschentijd zit de ge- meente in de impasse. Spreker heeft in het betoog van den heer de Tello en ook in dat van andere heeren gemist, hoe zij de oplossing van de zaak zien. Indien de Kroon tot Juli a.s. laat wachten op een besluit, hoe moet er dan gehandeld worden? Dan kan er in dien tijd niet gebouwd worden en er is geen contract. Hier- voor hebben de heer van Unen en den Directeur uit-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1939 | | pagina 25