28 November 1939. 423 der partijen het contract na afloop van de contracts- periode opzegt, het stilzwijgend doorloopt. Indien op- zegging plaats heeft, blijft het contract toch nog 2 kalenderjaren van kracht. Ten slotte wil spreker uitdrukkelijk vaststellen, dat als de Raad vandaag besluit om geen contract met Haarlem aan te gaan, de gemeente er als volgt voor- staat. Dan mogen Burgemeester en Wethouders geen contract met Haarlem sluiten, terwijl ook geen ver- beteringen aan de fabriek kunnen worden aangebracht, omdat Gedeputeerde Staten het crediet niet hebben goedgekeurd. Burgemeester en Wethouders staan dus dan totaal machteloos. In 1940 loopt de zaak dan zoo vast als een muur, omdat de ovens er dan niet best aan toe zullen zijn. Voor dit dilemma stelt de Raad Bur- gemeester en Wethouders, als hij nu niet overgaat tot het sluiten van een contract met Haarlem. Nu kan men wel zeggen, dat dit de schuld van Gedeputeerde Staten is, maar spreker is van meening, dat Gedeputeerde Sfaten voor hun houding zelf de verantwoording hebben, terwijl de Raad de verantwoording heeft voor een on- gestoorde gaslevering. Spreker kan dan ook niet anders doen, dan met klem vragen, om de gaslevering niet in gevaar te brengen en daarom yoor het contract met Haarlem te stemmen. Hij ziet niet in, hoe anders de moeilijkheden te boven kunnen worden gekomen. De Voorzitter zegt, dat het hem past, na de belich- ting door den heer van Unen van de technische zijde der kwestie, een enkel woord te zeggen. Hedenavond, aldus spreker, zijn Gedeputeerde Staten aangevallen, althans hun beleid is van verschillende zijden niet ge- prezen. Echter zijn ook pijlen afgeschoten op Burge- meester en Wethouders. Spreker meent het daarvoor te moeten opnemen. Door den heer Disselkoen is n.l. kri- tiek uitgeoefend op de door Burgenieester en Wethou- ders aan Gedeputeerde Staten gezonden brief, nadat het eerste besluit genonren was. De heer Disselkoen vindt dezen brief wonderlijk en ongeloofelijk. Hij valt daarbij over de tweede alinea van dien brief, omdat hij daarin een zekere suggestie van Burgemeester en Wet- houders op Gedeputeerde Staten ziet. De brief is bij de stukken gevoegd en spreker veronderstelt, dat alle heeren hem gelezen zullen hebben. Van een suggestie op Gedeputeerde Staten blijkt daaruit allerminst. Hoe-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1939 | | pagina 29