te incasseeren. Spreker zou echter toch willen vragen,
waarom, waar de heer van Unen zegt, dat Burgemees-
ter en Wethouders bij beroep op de Kroon voor een
dilemma komen te staan, Gedeputeerde Staten niet den
toestand van de gasfabriek onder de oogen is gebracht..
Waarom, vraagt spreker, wordt de raadsmeerderheid
nu voor de consequentie aansprakelijk gesteld?
In den Raad, aldus spreker, hebben twee juristen
zitting, waarin spreker vertrouwen heeft. Hij zou hun
dan ook willen vragen, hoe zij staan ten opzichte van.
een particulier, die zich tot hen om raad wendt inzake
een dwangpositie waarin hij is komen te verkeeren.
Spreker meent, dat niet verlangd kan worden, dat
de Raad overstag gaat in verband met den toestand.
waarin het voorwerp verkeert, waarover het in het be-
sluit gaat. Men moet zich dan ook in kunnen denken,
dat spreker ondanks de waarschuwingen, bij zijn stand-
punt blijft.
De heer Van der Erî zegt, het, inzake den door Bur-
gemeester en Wethouders geschreven brief, waarin de
begrootingswijzigingen ter goedkeuring werden gezon-
den, met het antwoord van den heer Kamerbeek eens
te zijn. Gedeputeerde Staten hebben echter ook ge-
schreven, dat op den prijs van het Haarlemsche gas
een eventueele stijging van salarissen en loonen geen
invloed zal hebben, terwijl dit voor eigen productie.-
wel het geval zal zijn. Spreker zegt, dat deze suggestie
van Burgemeester en Wethouders toch voorkomt in
een brief aan Gedeputeerde Staten.
De Voorzitter antwoordt, dat ook in den tweeden
brief van Burgemeester en Wethouders aan Gedepu-
teerde Staten niet over Ioonen gesproken wordt. Spre-
ker is bereid dezen brief voor te lezen, welke luidt als
volgt.
,,Naar aanleiding van Uw schrijven van 8 November
j-1 -3e Afdeeling A, no. 167, hebben wij de eer Uw
College mede te deelen, dat in de gisteren gehouden
raadsvergadering met dezelfde stemmenverhouding van-
8 tegen 7 is besloten, niet in te gaan op Uw in dit
schrijven gedaan verzoek, om alsnog gebruik te maken
van het door het gemeentebestuur van Haarlem gedaan
aanbod tot levering van gas aan deze gemeente, over-
eenkomstig ons advies van 14 October 1939, no. 90.
De meerderheid van den.raad heeft zich daarbij in deze-
28 November 1939.