-
28 November 1939.
staan, evenals dit thans met de militairen het geval
is. Het komt spreker dan ook niet noodig voor om men-
schen uit te sluiten, die nog best bruikbaar zijn.
De door den heer Van der Linden genoemde cate-
gorieën van personen, zal spreker niet oproepen, ook al
niet omdat zij op ander terrein hulp kunnen verleenen.
Wat de opmerking van den heer Van der Linden
betreft i.z. het betalen van de loonen vastgesteld in
de collectieve arbeidsovereenkomsten, wijst spreker er
op, dat als basis voor de vergoeding is aangenomen
het loon, betaald voor arbeid in werkverschaffing, het-
welk in deze gemeente nogal hoog is, zoodat de op-
geroepenen daarom al beter af zullen zijn dan die in
andere plaatsen. Spreker raadt aan, hier niet aan te
tornen.
De heer Van der Erf kan zich moeilijk voor oogen
stellen wat er gebeuren zal, als de verordening moet
worden toegepast. De toestand zal dan natuurlijk zeer
ernstig zijn. Voor zoover dan nog van normalen arbeid
sprake kan zijn, is niet te bevroeden. Spreker vindt
het niet juist, dat iemand die normaal werk verricht
en die aan den oproep gevolg moet geven, in loon
achteruit gaat. Een vakman, die uit zijn werk gehaald
wordt, zou daardoor f 0.50 per uur gaan verdienen.
Dit noemt spreker een onmogelijken toestand. Als in
de verordening de bepaling zou worden opgenomen,
dat arbeiders die normaal werk verrichten^ in loon
niet achteruit gaan, dan zou spreker daar accoord mee
kunnen gaan.
De Voorzitter wijst er op, dat nu alleen het oor-
deel van den Raad gevraagd wordt en hoopt, dat men
tot een resultaat zal komen.
De heer Van Unen, Wethouder, zegt, dat men
voorzichtig moet zijn, om voor arbeiders die worden
opgeroepen, te bepalen, dat zij niet in loon mogen
achteruit gaan. De Burgemeester is bevoegd de per-
sonen aan te wijzen en dan vraagt hij niet of iemand
loon derft. Daardoor kan het voorkomen, dat hij per-
sonen aanwijst, die f 3000.per jaar verdienen. Als
er op een bepaalde plek wat gebeurt, dan ligt het
z-1- voor de hand, dat de Burgemeester personen aan-
wijst die het dichtst in de buurt wonen.
De heer Van der Erf geeft toe, dat daar een grond
r-~'