van bijna 400 arbeiderswoningen mel rijks- en ge- meentesteun invloed heeft gehad op de huurprijzen van particuliere arbeiderswoningen, evenmin zou men bij een onbeperkten bouw van gemeentewege van arbeiderswoningen in staat zijn om de huren van de particuliere woningen te drukken, zulks tengevolge van de ligging onzer gemeente ten opzichte van de nabij gelegen steden, zoodat men bij toepassing van dat middel (dat naar onze meening voor de gemeente funest zou zijn) voor precies hetzelfde vraagstuk zou staan als thans, n.l. dat de arbeiderswoningen in par- ticulier bezit belangrijk hoogere huren zouden op- brengen dan de gemeente- en vereenigingswoningen. Wat nu de hoogere aanslagen voor de gemeentelijke- en vereenigingswoningen betreft, zij opgemerkt dat naar de bepalingen van de artikelen 9 en 10 der wet op de Personeele belasting en de daarop gevestigde jurisprudentie de rijksinspectie voor de beiastingen niet anders kan doen dan de huren van gemeente- en vereenigingswoningen vergelijken met de onder nor- male omstandigheden gehuurde particuliere perceelen van dezeifde of meest nabijkomende soort. Wij be- treuren het met de voorstellers, dat in een gemeente waar met rijks- en/of gemeentesteun woningen zijn gebouwd, de huren van deze woningen niet als maat- gevend voor de belasting zijn aangewezen. Een radi- cale oplossing van het vraagstuk, dat zich algemeen in de grootere gemeenten voordoet, zou worden ver- kregen indien de wet op de Personeele belasting in dien geest zou worden gewijzigd. Hetzelfde zou wor- den bereikt, indien in de opvattingen van den Hoogen Raad een totale verandering zou ontstaan. Het ligt dus niet in onze macht om een technische wijziging in de bestaande belastingwetgeving tot stand te brengen. Dat echter de bewoners van gemeente- en vereeni- gingswoningen bijzonder gedupeerd zouden zijn in hun belastingaanslagen, omdat voor particuliere arbeiders- woningen een hoogere huur wordt bedongen, ontken- nen wij. Indien er geen gemeentelijke- en rijksbemoeiïng zou zijn geweest, zouden de eerstgenoemde groepen van woningen niet bestaan of zouden degenen, die deze woningen thans bewonen, de hoogere huren van huizen van particulieren moeten opbrengen. Zij genie- ten dus in bijzondere mate van deze bemoeiïngen en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1939 | | pagina 3