98
28 November 1939.
zoude hij niet bereid zijn tot samenwerking met andere
gemeenten om voor het gezamenlijk gebied te geraken
tot de vaststelling van een streekplan. De Raad is er
van overtuigd, dat uit een oogprfht van streekbelang
zulk een samenwerking gewenscht kan zijn. Hij is vol-
komen bereid aan de totstandkoming van een streek-
plan zijn volle medewerking te verleenen, indien aan-
nemelijk is gemaakt, dat supra-gemeentelijke belangen
daarbij op het spel staan en de behartiging daarvan
door het streekplan het belang der eigen gemeente niet
al te zeer wordt aangetast. Maar juist de reeds ge-
voerde besprekingen over de stemverhouding hebben
bij den Raad de vrees gewekt, dat met de individueele
belangen der gemeenten niet of niet voldoende rekening
zal worden gehouden.
Als aan een der gemeenten reeds 5/12 van het aan-
tal stemmen wordt toegekend dan is die vrees gewet-
tigd. Burgemeester en Wethouders hebben zich des-
tijds bereid verklaard medewerking te verleenen aan
de totstandkoming van een streekplan Kennemerland-
Zuid, in de veronderstelling, dat de belangen der eigen
gemeente daardoor niet in de waagschaal zouden wor-
den gesteld. Nu dienaangaande geenerlei zekerheid be-
-stond, integendeel, door de stemmenverhouding het
overwicht van eene gemeente beslissend zoude zijn,
staat de Raad afwijzend tegenover een streekplan, ten-
zij in de Commissie het' enkelvoudig stëmrecht toepas-
sing zou vinden.
Deze laatste oplossing, die door de meerderheid der
verzamelde Colleges van Burgemeester en Wethouders
in de voorbesprekingen wenschelijk werd geacht, is
door den Raad overgenomen.
Het wil den Raad voorkomen, dat art. 46, lid 2, der
Woningwet slechts toepassing kan vinden (het opleg-
gen van eene verplichting, als in Uw voormeld' schrij-
ven bedoeld) indien de noodige medewerking voor een
streekplan door daarbij betrokken gemeente(n) niet
wordt verleend, hetgeen hier niet het geval is.
HEEMSTEDE. 22 November 1939.
Burgemeester en Wethouders van Heemstede,
J. P. W, VAN DOORN.
De Secretaris,
N. VOS.