29 December 1939.
455
van het Coilege van Burgemeester en Wethouders, als-
mede van de Financieele Commissie, volkomen inden-
ken. Beziet hij de overwegingen van de plafond-voor-
standers goed, dan is bij hen doorslaggevend geweest,
dat de gelijkschakeling van de loonen van werkenden
met de steunregeling voor werkloozen, den laatsten den
prikkel ontneemt om hier of elders werk te zoeken.
De vraag of het uitgaan van de steunregeling boven
het plafond, synoniem is aan den loonstandaard in het
bollenbedrijf, kan niet zonder meer beantwoord worden.
In de Financieele Commissie is gevraagd, of de bloe-
mist-arbeiders ook elders werk kunnen vinden, b.v. in
Hillegom of Lisse. Dit acht spreker een leerzame vraag.
Bij onderzoek is hem gebleken, dat alleen in Hillegom
al 800 werkloozen in het bloembollenbedrijf zijn. Om
in Hillegom werk te kunnen vinden moet dus onmoge-
lijk worden geaclit. Ten aanzien van de geuite vrees
voor arbeidsschuwheid bij de werkloozen, heeft spreker
ook getracht zich te oriënteeren. Hem is daarbij geble-
ken, dat de bollencultuur eerst met 35 is beperkt.
Daarvan is later nog weer eens 50 beperkt, zoodat
in totaal de cultuur met 85 is afgenomen. Tientallen
bloemistarbeiders is het daardoor, buiten hun schuld,
onmogelijk geworden om hier of elders emplooi te vin-
den. Uit deze gegevens, aldus spreker, blijkt wel, dat
hij nooit achterwege laat om naar toestanden te infor-
meeren.
Bij spreker is de vraag gerezen in hoever de plafond-
bepaling klopt met de uitgaven en nooden van de steun-
trekkenden. In verband daarmede verwijst hij naar de
staatjes van uitgaven voor gezinnen, die in de Commis-
sie voor de Werkloozenzong hebben gecirculeerd, waar-
uit bleek, dat deze met tekorten voor die gezinnen
eindigen. Daarom zit aan deze zaak een diepe men-
schelijke kant, die we mogen stellen naast de technische
zijde van het vraagstuk. Spreker meent de vraag, of één
der raadsleden inderdaad op f 1.meer of minder in-
komsten per week acht moet slaan, ontkennend voor
hen te kunnen beantwoorden. Voor de steuntrekkende
gezinnen heeft een gulden meer of minder voor de aller-
noodzakelijkste uitgaven, echter meer te beteekenen dan
b.v. een derde onzer maandelijksche of jaarlijksche in-
komsten, aldus spreker. Wat 't zwaarst is moet 't
zwaarst wegen. Voor spreker wegen de omstandigheden