22 Februari 1940.
21
van Castricum. Ook deze gemeente heeft eenige jaren
geleden nieuw bloed in het College van Burgemees-
ter en Wethouders gekregen, in den vorm van een
jongen Burgemeester. Spreker stelt voorop, dat de
directe belastingen in die gemeente beroerd hoog
zijn. Er is echter verder alles gedaan om het leven
van de forensen aldaar aangenaam te maken, waar-
door Castricum thans aan de spits staat van de ge-
meenten wat de toename van de bevolking betreft.
Als Burgemeester en Wethouders, aldus spreker,
belastingverhooging wenschen met daartegenover be-
drijfstarievenverlaging, dan gaat spreker daarmede
accoord. Burgemeester en Wethouders laten echter
alles bij het oude en houden de bestaande reserve-
potjes in stand. Dit acht spreker weinig aantrekkelijk.
De Raad zal vandaag klaarheid rnoeten hebben over
de reserves van het gasbedrijf e. d.
De reserves zijn, volgens spreker, wel eens bevro-
ren genoemd en dit is z. i niet onjuist. Niet alleen
in dien zin, dat er niets aan die reserves is toege-
voegd. Indertijd heeft men groote bedragen uit het
Reservefonds voor Bijzondere Doeleinden aangetrokken
om daarna weer een deel daarvan in een ander potje
te storten. In 1933 toch, werd f 300.000.— uit het
Reservefonds voor Bijzondere Doeleinden genomen en
evengoed werd f 10.000.in de reserve voor het
gasbedrijf gestort. De reserves zijn bevroren, omdat
er geen gebruik van wordt gemaakt voor het aanbren-
gen van vernieuwingen. Spreker zou een heele lijst
van vernieuwingen kunnen opnoemen die uit bedrijfs-
reserve hadden kunnen worden betaald, hetgeen ech-
ter niet gebeurd is. Deze reserves zijn nu al 10 jaar
bevroren en er komt niets bij en er gaat niets af. Dit
laten bevriezen van de reserve zou nog te verdedigen
zijn, als zij in stand wordt gehouden, om, als de ge-
raamde winst niet wordt gehaald, het tekort te kunnen
bijpassen. Maar voor dit doel wordt de reserve ook
al weer niet aangewend, want in 1938, toen de winst
van het electriciteitsbedrijf beneden de raming geble-
ven was, had ook geen aanvulling uit de reserve
plaats. De reserves zijn derhalve volkomen bevroren.
Waarvoor zijn de reserves dan? vraagt spreker. Zoo-
lang daarop geen bevredigend antwoord is gegeven,
vindt spreker het niet onjuist, dat de reserve wordt
aangewend om bepaalde uitgaven te doen of te voor-