22 Februari 1940.
39
Kan dit niet, dan zal uit het verloop van de vergadering
moeten blijken hoe de Raad erover denkt.
i)e heer Rijkes merkt op, dat de heer Kamerbeek de
cijfers kende, waarop deze antwoordt, dat er voor een
volledige beoordeeling nog wel iets meer noodig is dan
alleen het kennen van de cijfers.
De heer Mr. Bakhuizen van den Brink zal "van de ge -
legenheid tot het houden van algemeene beschouwingen
gebruik rnaken, echter niet zoozeer omdat hij persoonlijk
of zijn fractie daaraan oorspronkelijk behoefte gevoelde.
In een naburige gemeente, aldus spreker, zijn de al-
gemeene beschouwingen gebruikt voor een oudbakken
debat over de gehouden wethoudersverkiezingen. Spreker
juicht het toe, dat de heer Disselkoen het initiatief heeft
genomen, dit in onze gemeente achterwege te laten.
De algem'eene beschouwingen plegen te worden ge-
bruikt voor een beoordeeling van het beleid van Burge-
meester en Wethouders. Spreker is van meening, dat een
half jaar na de samenstelling van dit College het nog
niet de tijd is, om bepaalde critische opmerkingen naar
voren te brengen; inen kan zich nu over het beleid van
Burgemeester en Wethouders nog geen volledig oordeel
gevormd hebben, zoodat spreker op het oogenblik geen
behoefte aan een bespreking van de gevoerde politiek
van Burgemeester en Wethouders h'eeft.
De behoefte om aan de algemeene bescbouwingen
deel te nemen is echter ontstaan door het voorstel van
den heer Rijkes. Spreker wil direct naar voren brengen,
dat d!e grootst mogelijke meerderheid van zijn fractie
den gang van zaken aldus ziet, dat op grond van de
mededeelingen van Burgemeester en Wethouders, en op
grond van de gegeven nadere toelichtingen in de Corn-
missie voor de Financiën, er van uitgegaan kan worden,
dat de begrooting zoo krap mogelijk is opgezet. Er is
zooveel mogelijk bezuinigd, terwijl de inkomsten niet te
laag zijn geraamd. Het element, dat de uitkomst nog wel
beter zal loopen dan de raming, kan dan ook als uitge-
schakeld worden beschouwd. ÂIs vaststaand is dus aan
te nemen, dat er een tekort van f 43.000.te dekken is.
Burgemeester en Wethouders stellen nu voor dit tekort
te dekken door belastingverhooging, in tegenstelling met
den heer Rijkes, die dit tekort wenscht te dekken door
hoogere raming van de bedrijfswinst en aantasting van
reserves.