42
22 Februari 1940.
Spreker zou het onbeleefd vind'en, als hij daarop niet
reageerde. De heer Disselkoen heeft de hoop uitgespro-
ken, dat hij op dit gebied door de nieuwe leden van den
Raad beter zal worden verstaan dan vroeger door den
ouden Raad. Het woningvraagstuk interesseert spreker
zeer. Hij heeft op dit gebied een zekeren staat van diensi,
doordat hij in Haarlem een der oprichters en nu reeds
sedert 21 jaar commissaris is van een arbeiderswoning-
bouwvereeniging met circa 300 woningen. Spreker ge-
voeit voor het denkbeeld, om dit vraagstuk te bestudee-
ren, doch is van oordeel, dat het niet bij deze begroo-
tingsdebatten tot oplossing is te brengen. Spreker zou
de suggestie willen maken, dat een commissie ad hoc
wordt ingesteld, die studie van dit onderwerp zal maken.
In deze commissie zou spreker dan ook den heer Dissei-
koen benoemd willen zien. Een dergelijke commissicvkan
het vraagstuk dan eens degelijk onderzoeken.
Hierna schorst de Voorzitter de vergadering tot des
namiddags 2 uur.
üm 2 uur n.m. heropent de Voorzitter de vergade-
ring en geeft het woord aan den heer Van der Linden,
die, hoewel het niet in zijn oorspronkelijke bedoeling lag
het woord te voeren toch, nu van de omscholing sprake
is geweest, we1 zijn meening wil zeggen. Spreker is het
eens met den heer Disselkoen, dat een gemeente een an-
dere taak heeft als een bondsbestuurder. Zooals bekend
is, aldus spreker, zijn de indertijd geopperde verschillende
bezwaren wel eenigszins ondervangen. Toch heeft spre-
ker nog één bezwaar, dat niet is opgelost. Hij heeft n.l.
herhaaldelijk den raad gegeven de vakbeweging in te
schakelen om op die wijze de bezwaren te hooren en
deze gemakkelijker te kunnen ondervangen. Dat de wet-
houder meende dit niet te moeten doen, al zal hij daar-
vo°r wel zijn motieven gehad hebben, betreurt spreker.
Gaarne wil spreker zich aansluiten bij de aan Burge-
meester en Wethouders gebrachte hulde inzake hun zorg
voor de werkloozen. Van deze zorg is in de recente
winterperiode nog gebleken. Nu verwondert dit spreker
wel niet, want de tegenwoordige wethouder heeft als
voorzitter van het comité voor werkloozenzorg al langer
midden in dit werk gestaan.
Met belangstelling heeft spreker de vragen, gesteld
do°r den heer Disselkoen, gehoord en hij is vol verwach-