14
22 Februari 1940.
Raad, d.d. 17 Februari 1940, van den volgenden
inhoud
Ondergeteekende, S. Rijkes, raadslid uwer gemeente,
heeft de eer, het hieronder volgende voorstel bij U
in te dienen, met beleefd verzoek, dit voorstel bij de
bespreking der gemeentebegrooting 1940 in behande-
ling te nemen.
Ter voorkoming van de door het College van Bur-
gemeester en Wethouders voorgestelde belastingver-
hooging het volgende:
1. Meerdere winst uit de bedrijven
Wateren Electriciteit, resp. f 6.500.
en f 6.920.—f 13.420.—
2. Uit het Reservefonds voor Bijzon-
dere Doeleinden7.000.
3. Uit de reserve van het Gasbedrijf 19.000.
4. Uit de reserve onderhoud wegen 3.000.
5- Uit Onvoorzien580.
Totaal f 43.000,—
Toelichting
Punt 1. De meerdere winst uit het Water- en
Electriciteitsbedrijf meent hij te kunnen motiveeren
uit de reeds verkregen resultaten over het tijdvak
1 Januari1 November 1939, die de Raad uit de
overgelegde stukken bekend zijn.
Punt 3. Ondergeteekende heeft voorheen steeds
sterk op de vorming van eene behoorlijke reserve
aangedrongen, daar hij de eventueele vernieuwingen
van de bedrijfsinstallatie daaruit wenschte te bekosti-
gen. Burgemeester en Wethouders hebben echter steeds
de voorkeur gegeven aan eene financiering uit lee-
ningsgelden.
Deze reserve is nimmer benut en nu het gasbedrijf
binnen afzienbaren tijd, evenals het water- en het
electriciteitsbedrijf slechts een distributiebedrijf zal
worden, kan van deze reserves m. i. zonder eenig
bezwaar een bedrag afgenomen worden, om tegelijk
meer in overeenstemming te brengen met de door
Burgemeester en Wethouders steeds gehandhaafde
reserves van het water- en electriciteitsbedrijf, alzoo: