22 Februari 1940.
is in Heemstede hooger dan over het geheele land ge-
nomen, n.l. 66 op de 1000 belastingbetalers tegen 20
over het geheele land. Hieruit blijkt, dat er verschillende
inwoners zijn, die inkomsten genieten uit vermogen.
Daarom zal de stijging van den rentevoet, naar sprekers
meening, een gunstige factor voor de belastingopbrengst
beteekenen.
De heer Dr. Mulder, aldus spreker, heeft gezegd, neem
de belastingverhooging en put daarnaast tevens uit de
reserves. Dit lijkt spreker nog zoo gek niet. De gemeente
heeft niet altijd de vrije beschikking over haar eigen
reserves. Zooals spreker reeds betoogd heeft, zijn in het
gasbedrijf zoodanige factoren aanwezig, die het ontwij-
felbaar maken, dat hoogere instanties zich niet zullen
verzetten tegen het liquide maken van de reserves. Spre-
ker geeft dan ook in overweging, om 29.000.uit de
reserve van het gasbedrijf aan te wenden. Hiermede zou
de post onvoorziene uitgaven kunnen worden verhoogd,
waarbij men aan het eind van het jaar de vrije beschik-
king over dat geld heeft.
Verder wil spreker nog een vraag stellen, waarop hij
vandaag geen antwoord behoeft te hebben. In verband
met het verwachte lagere rendement van de gasovens
vraagt spreker, of het niet beter kan zijn om, ondanks
dat de gemeente tot gasafname van Haarlem zal over-
gaan, het reserve-ovenblok in bedrijf te stellen. Dan valt
alsnog te bekijken wat voordeeliger is.
Naar aanleiding van het voorstel van den heer Rijkes
merkt spreker op, dat er na de discussie wel gebleken is,
dat er geen schijn van kans is, dat de Raad dit zal aan-
nemen. Het heeft echter aanleiding tot discussie gegeven
en daarmede zijn nut gehad. Spreker sluit zich aan bij
hen, die den heer Rijkes vroegen het voorste! in te
trekken.
De heer Kamerbeek, aldus spreker, heeft zijn manne-
lijke ervaring opgedaan met vrouwen, uitgewisseld.
Spreker meent, dat men nooit genoeg kan doen. De heer
Kamerbeek heeft betoogd, dat het bij het vestigen in een
gemeente gewoonte is, om de belastingcijfers door een
vergrootglas te bekijken. Dit dient volgens spreker, tot
de juiste proporties te worden teruggebracht. Hoe toch
is de praktijk? Spreker gelooft, dat als iemand forens
wordt of als een Indischgast, zakenman, rentenier of
gepensionneerd ambtenaar zich ergens gaat vestigen, de