22 Februari 1940.
89
aan het eind van de behandeling van de begrooting
een van de raadsleden een kort woord spreekt. Spreker
vindt dit een aangename taak.
In de eerste plaats wil spreker herinneren aan de
afwezigheid van den Burgemeester, voor wien hij hoopt,
dat hij spoedig hersteld zal zijn.
Spreker dankt het College van Burgemeester en
Wethouders voor het vele werk in den loop van het
jaar tot stand gebracht. Het College heeft goeden wil
en ijver, een groote nrate van beleid en stevigheid aan
den dag gelegd. De heeren moeten deze eigenschappen
maar onder elkaar verdeelen. Spreker dankt speciaal
den Voorzitter, die den Raad door dezen rijstebrijberg
heeft heen gevoerd. Naast Burgemeester en Wethou-
ders brengt spreker dank aan den Secretaris, als het
centrale punt waar alle draden samen komen, omdat
hij heeft te maken met Burgemeester en Wethouders,
den Raad en de Hoofden van diensten. Voorts betuigt
spreker dank aan de hoofden van takken van dienst,
die de begrooting hebben samengesteld, gesteund door
het overige personeel.
Er is, aldus spreker, goede wil en ijver getoond aan
alle kanten. We hebben hooren moraliseeren, theore-
tiseeren, impulsief, gezapig en zakelijk hooren spreken.
Er waren leden, die met hun redevoeringen succes had-
den en er waren er, die geen succes hadden. Bij allen
heeft echter de goede bedoeling voorgezeten om samen
te werken tot heil van de gemeente. Voor dezen goeden
wil dankt spreker de leden van den Raad. (Applaus).
De Voorzitter betuigt namens Burgemeester en Wet-
houders zijn hartelijken dank voor de gesproken woor-
den. Ook hij dankt de Raadsleden voor hun werk, in het
bijzonder voor de medewerking aan een vlotte afwer-
king van de agenda.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
De Secrejaris,
De Voorzitter,