22 Februari 1940. 19 de z. i. onvoldoende wijze, waarop de werkloosheids- bestrijding klaarblijkelijk zal worden ter hand geno- men. Spreker ontkomt niet aan den indruk, dat het College te weinig beseft, dat een krachtige, een zeer krachtige, bestrijding van de werkloosheid niet alleen een levensbelang is voor de werkloozen en in het aigemeen voor de arbeidersbevolking van onze ge- meente, maar evenzeer ook voor onzen plaatselijken middenstand. Spreker hoopt zoo dadelijk over de werkloosheids- bestrijding nog het een en ander op te merken, mede naar aanleiding van het ingekomen adres van de ver- schillende bouwarbeidersbonden, maar hij wil eerst even aandacht schenken aan de financieele positie van onze gemeente, mede in verband met de voorstellen tot belastingverhooging en het voorstel van den heer Rijkes om deze belastingverhooging te voorkomen. Spreker gelooft, dat vastgesteld moet worden, dat het financieele beleid van het College van Burgernees- ter en Wethouders dit jaar een volslagen koersveran- dering te zien geeft. Als het geen koersverandering is, dan vestigt het toch dien indruk. Steeds hebben Burgemeester en Wethouders het behouden van zoo laag mogelijke belastingen als een eerste vereischte gesteld, waarbij het uitgaan met de belastingen boven die van Bloemendaal, steeds als een groot gevaar werd geschetst. Nu komen de belastingen volgens het voorstel van Burgemeester en Wethouders hooger dan in Bloemendaal te liggen en dat nog wel zonder dwingende noodzaak. Voorheen werden tekorten op de begrooting steeds gedekt door het putten uit de reserves. Het gaat nu om f 43.000.Dit bedrag is nog niet de helft van de bestaande reserves in de verschillende fondsen. In de afgeloopen jaren is veel ruimer in de reserves getast. Er is zelfs een jaar geweest, dat er f 300.000. uit de reserves werd genomen, hetgeen toen meer dan de helft was van de reserves. Burgemeester en Wethouders beroepen zich bij hun afwijzend standpunt om uit de reserves te putten, op de onzekere tijden. Dat is juist, maar naar sprekers inzicht staat vast, dat de z.g. crisisjaren minstens evenveel onzekerheden inhielden als nu. Van 1935 op 1936 moest de belas- tingopbrengst f 70.000.— lager geraamd worden en desondanks meenden Burgemeester en Wethouders

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1940 | | pagina 9