27 Juni 1940. 157 den heer van der Erf hem uit den mond genomen zijn. Ook spreker heeft de situatie gezien. Het is, volgens spreker, een onontkenbaar feit, dat het natuurschoon steeds zeldzamer wordt. Als dit dan ook behouden kan worden, dan heeft de Raad z.i. zijn plicht te doen. Spreker zal de uitbreiding van de begraafplaats be- treuren, maar zich er bij neerleggen als er geen andere mogelijkheid is. Indien over 10 jaren toch andere maat- regelen getroffen moeten worden, dan is volgens spreker de vraag gerechtvaardigd, wat de aanleg van een nieuwe begraafplaats zal kosten. Spreker vraagt of dit mogelijk is, waarbij hij denkt aan het weiland in de buurt van het buiten van Mej. Willink. Alsdan zou aldaar een begin met begraven gemaakt kunnen worden. Spreker her- haalt, dat het natuurschoon bij het Molentje een kost- baar cultuurgoed is, dat alleen bij noodzaak opgeofferd mag worden. De heer De Tello wil den Wethouder van Openbare Werken in bescherming nemen tegen de suggestie van den heer Rijkes, alsof in de Commissie voor Openbare Werken slechts vluchtig over dit object gesproken zou zijn. Spreker heeft heel goed begrepen waar het om gaat, n.l. de uitbreiding van de begraafplaats. Spreker heeft niet den indruk gekregen dat de Wethouder bang zou zijn geweest. Alles is zeer precies besproken, zelfs de wijze van beplanting. Het eenstemmige oordeel van de Commissie voor Openbare Werken was dan ook, dat dit kleine stukje grond volkomen logisch, wat zijn lig- ging betreft, bij de bestaande begraafplaats aanpaste. AIs het hier eenige H.A. betrof, dan zou het wat anders zijn. Tuingrond bevat volgens spreker geen natuur- schoon. Spreker sluit zich aan bij den heer Voors, waar hij zegt, dat het aanzicht ter plaatse er bij zal winnen. Spreker vindt, dat eenige sprekers niet vrij van over- drijving waren. In antwoord op de opmerking van den heer Dr. Mulder, dat de bewoners van de Herfstlaan den hemel niet zullen zien, merkt spreker op, dat de afstand tusschen de huizen en de beplanting altijd nog 100 M. zal zijn. Ook de heer Rijkes heeft volgens spre- ker overdreven. In 1912 werd beoogd een begraafplaats ver buiten de bebouwde kom aan te leggen. In 1912 was de afstand tusschen Raadhuisplein en begraafplaats 5 minuten loopen. Nu is de afstand nog hetzelfde. Het eigenlijke besluit tot bestemming van de gronden werd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1940 | | pagina 23