158
27 Juni 1940.
in 1928 genomen. Daaraan heeft de heer Rijkes toen
zelf medegewerkt. Zijn bezwaren had hij dan ook in
1928 kenbaar moeten maken.
Spreker deelt het standpunt van den heer Voors, dat
een begraafplaats niet te ver buiten de bebouwde kom
behoort te liggen. De aantrekkelijkheid van de begraaf-
plaats bestaat juist in de vrij gunstige ligging. Dan
wijkt, volgens spreker, het bezwaar van gemis aan uit-
zicht van een aantal omwonenden. Bij een nieuwe be-
graafplaats zal bovendien gerekend moeten worden op
een nieuw adres met hetzelfde bezwaar.
Inzake het opgeworpen schadevraagstuk door adres-
santen, wijst spreker er op, dat dit volslagen onjuist is,
omdat niet één gemeentenaar door dit raadsbesluit ge-
dupeerd kan worden. Iedere kooper van een perceel
bouwgrond aldaar kon zien, dat zijn grond tegenover
de begraafplaats lag. Daarin wordt nu niets veranderd,
alleen wordt daaraan nu uitvoering gegeven. De uit-
breiding van de begraafplaats is logisch en verantwoord
ten aanzien van het natuurschoon. De geheele opzet zal
een verfraaiing te zien geven.
Voorts wijst spreker er op, dat als het mogelijk was
om een begraafplaats op een andere plaats aan te leg-
genj toch in 10 jaar daar geen enkel graf verkocht of
verhuurd zal worden. Daarom lijkt spreker den aanleg
van een nieuwe begraafplaats een onrendabele beleg-
ging. Nu bestaat een zekere rentabiliteit in den vorm
van kooprecht enz.
De heer Jonckbloedt, Wethouder, zegt, dat hij het
betoog van den heer de Tello onderschrijft.
Door deze uitbreiding der begraafplaats, aldus spre-
ker, zal een afwerking tot één goed geheel kunnen wor-
den verkregen. Het is steeds de bedoeling geweest om
de begraafplaats tot aan de bestaande sloot, welke een
natuurlijke afsluiting vormt, uit te breiden. Bij den bouw
van de aula is daar ook rekening mede gehouden. Des-
t'jds wercl in de raadsvergadering van 21 Maart 1929
er nogmaals op gewezen, dat verhuur aan van Dort niet
voor langen duur kon plaats hebben, omdat dit terrein
voor uitbreiding van de algemeene begraafplaats was
bestemd.
Thans achten Burgemeester en Wethouders den tijd
gekomen om, nu de begraafplaats over 5 jaar vol zal
zijn, overeenkomstig het oorspronkelijk plan, tot toe-