164 27 Juni 1940. De heer Jonckbloedt, Wethouder, zegt, overtuigd te zijn, dat het persoonlijke belang in deze zaak geen rol speelt. Hij neemt dit gaarne op de verklaring van den heer Dr. Mulder aan. Spreker wil er nog op wijzen, dat het niet zoo is, dat er na de uitbreiding nog 10 jaar gelegenheid is voor begraven, doch dat er nu nog voor 5 jaar ruimte is, welke door de uitbreiding met 10 jaar wordt vermeer- derd. Nu kan dan met het ophoogen van het terrein begonnen worden. De aanplanting van de begraafplaats kan in de Plantsoenen Commissie alsnog bekeken worden. De heer Van der Erf zegt, dat de heer Jonckbloedt niet is ingegaan op de meening, dat de uitbreiding van de begraafplaats haar oorzaak .vindt door het begraven van personen van buiten Heemstede. Spreker ziet liever levenden komen dan dooden. De zaak moet z.i. aange- pakt worden waar dat kan. Daarom is spreker van meening, dat het begraven van niet-Heemsteders moet worden beperkt, om daardoor een ongewilde uitbreiding van de begraafplaats te voorkomen. Wellicht zijn Iater de tijdsomstandigheden zoodanig, dat dan de zaak beter bekeken kan worden. Spreker stelt dan ook voor het raadsstuk tot nader order aan te houden, waardoor rijp beraad mogelijk wordt. De Voorzitter zegt, uit de redeneering van den heer Dr. Mulder begrepen te hebben, dat deze denkt dat de heer Jonckbloedt voor zich zelf heeft gesproken. Spreker verklaart, dat de heer Jonckbloedt namens het College van Burgemeester en Wethouders heeft gesproken. De kwestie van de uitbreiding van de begraafplaats is volgens het inzicht van Burgemeester en Wethouders niets anders dan de uitvoering van een genomen raads- besluit. Spreker wijst er nog op, dat een nieuwe be- graafplaats zeer veel kosten met zich brengt, die in geenen deele zullen opwegen tegen het argument van den heer Dr. Mulder, dat bij sluiting van de oude be- graafplaats bouwterreinen zullen vrij komen. Voorts merkt spreker op, dat de begraafplaats reeds bestond toen het terrein ,,Valkenburg" werd aangekocht. Iedere bewoner van dat complex heeft dus geweten, dat daar een begraafplaats was. Deze begraafplaats is door Ir. Cuypers buitengewoon in orde gemaakt. De men-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1940 | | pagina 30