27 Juni 1940.
137
gescheiden van elkaar staan. Als Burgemeester en
Wethouders voorstellen de dubbelbewoning aan te
pakken, dan heeft spreker daar geen bezwaar tegen.
Zij moeten dit echter niet doen door middel van het
weren van tusschenmeters. Artikel 3 toch van de gas-,
duinwater- en electriciteitsverordening bepaalt: „Wan-
neer een perceel door meerdere verbruikers wordt
bewoond, zal in den regel voor elken verbruiker een
afzonderlijke meter worden geplaatst. Indien dit door
bijzondere omstandigheden niet goed mogelijk is, kan
het verbruik van een of meer medebewoners over een
of meer tusschenmeters worden geregistreerd"' Er is,
aldus spreker, geen enkele voorwaarde inzake dubbel-
bewoning gesteld, ook niet in de Bouw- en Woning-
verordening.
Voorts heeft spreker in het adres gelezen, dat de
Wethouder voor de Bedrijven gezegd zou hebben,
dat de bewoners de kosten van het gasverbruik onder
elkaar zouden kunnen verrekenen. Als dat zoo is, dan
is z.i. de gaslevering door de achterdeur binnenge-
haald. Spreker weet echter, dat het onderling verre-
kenen van gas ontzettend veel bezwaren met zich brengt.
Als de bedoelde woningen aan de gestelde eischen in
de Bouw- en Woningverordening voldoen, dan dient
volgens spreker geen weigering tot het plaatsen van
tusschenmeters te geschieden, onder het motto van
het weren van dubbelbewoning. Spreker steunt dan
ook het ingediende verzoek.
De heer Van der Erf acht de theorie van den heer
Rijkes omtrent de gaslevering niet veel waard. Het
gaat hier z. i. feitelijk om de kwestie van het weigeren
van een tusschenmeter. De bevoegdheid van Burge-
meester en Wethouders om tusschenmeters te weige-
ren, opent de gelegenheid om ongewenschte woning-
toestanden tegen te gaan. Dit werkt remmend, waarvan
dit adres het bewijs is. Thans vraagt de exploitant
voor een geheel complex huizen tusschenmeters. Uit
den gezichtshoek van den exploitant gezien, zou dat
zeer zeker prettig zijn. De kwestie van de dubbel-
bewoning is voigens spreker niet zoo eenvoudig op
te lossen. Langs wettelijken weg is zij niet te regeien.
Spreker is van meening, dat men voorzichtig moet zijn
om de aanwezige rem op dubbelbewoning op non-
activiteit te zetten. Elk geval van dubbelbewoning
