29 October 1940.
1961
XVI.
Aangaan geldleeningen.
Het voorstel met ontwerp-besluiten en bijbehoorende
plannen van aflossing is opgenomen in de gedrukte
stukken onder volgnos.:
65-66. Geldleeningen 280.000,— en f 120.000,—
De heer Kamerbeek vraagt, waarvoor de bedragen
noodig zijn, die voor het gas-, duinwater- en electrici-
teitsbedrijf worden gevraagd.
De Voorzitter antwoordt, dat dit geld al uïtgegeven
is. Spreker weet niet meer precies waarvoor dat ge-
weest is.
De heer Kamerbeek vraagt, of de gelden besteed zijn
nadat besloten is het gasbedrijf in een distributiebedrijf
om te zetten.
De Voorzitter antwoordt, dat de uitgaven daarvôör
reeds waren gedaan. Tot nu toe is alles uit kasgeld
gefinancierd. Burgemeester en Wethouders zijn echter
van meening, dat deze leeningen niet langer moeten
loopen. In April j.I. werd reeds een leening door den
Raad voor dit doel gesloten. Die leening is toen niet
doorgegaan, omdat zij door Gedeputeerde Staten niet
is goedgekeurd.
De heer Van Unen, Wethouder, zegt, dat het toen
een leening betrof voor 5 jaar, wat door Gedeputeerde
Staten niet werd geaccepteerd. Burgemeester en Wet-
houders zijn toen doorgegaan met het bestrijden der
kosten uit kasgeldleeningen. Thans daar nog nree door
te gaan, achten Burgemeester en Wethouders niet juist.
De heer Kamerbeek vraagt, of het overal usance is
om boete te betalen als meer wordt afgelost dan is
overeengekomen.
De Voorzitter antwoordt, dat dit usance is geworden.
De Beleggingsfondsen hebben deze bepaling gemaakt.
Hieraan is niets te doen. Wordt deze bepaling niet ge-
accepteerd, dan kan geen geld worden opgenomen.
65.
66.
Geldleening /280.000.
Geldleening 120.000.