29 October 1940.
187
redenen zal worden afgewezen. De nood in de gezinnen
der agenten is hooger gestegen dan bekend is. Indien
door het lage salaris oneenigheid in de huisgezinnen
voorkomt, omdat het huishoudboekje meer uitgaven
aanwijst dan de inkomsten toelaten, dan kan dat, vol-
gens spreker, noch in het belang zijn van de financieele
onafhankelijkheid van den agent, noch van zijn arbeids-
vreugde waarmede hij zij functie dient te vervullen.
Het ligt in dit geval wel niet aan Burgemeester en Wet-
houders of aan den Raad, maar daarmede zijn de be-
langhebbenden niet gebaat. De bestaande toestand is
echter hoogst gevaarlijk voor de onafhankelijke positie,
waarin de dienaren van de wet behooren te verkeeren.
Voor spreker is er dan ook nu geen aanleiding om zijn
pogingen om hierin verbetering te brengen, stop te zet-
ten. Voor eenige dagen was er nog geen adres met
uitvoerige becijferingen. Spreker veronderstelt daarom,
dat de mededeeling van Den Haag, dat een herziening
van de salarissen van het politiepersoneel op bezwaren
zou stuiten, is ontvangen vöördat sprekers adres was
ontvangen, waaruit hij concludeert, dat men in Den
Haag dus niet op de hoogte was van de door hem
overgelegde gegevens. Hij kan zich bij deze afwijzing
dan ook niet neerleggen, waarom, indien Burgemeester
en Wethouders bezwaar hebben om, bijgestaan door
een raadslid, alsnog naar Den Haag te gaan om deze
kwestie te bepleiten, hij dat zelf zal gaan doen.
De Voorzitter zegt, dat de bezoldiging van het ge-
heele personeel Burgemeester en Wethouders na aan
't hart ligt. Een tijd geleden zijn de salarissen van het
politiepersoneel verminderd. Deze vermindering is veel
geweest. Bij herhaling is dan ook door Burgemeester
en Wethouders het desbetreffende Departement van
den toestand van het politiepersoneel op dé hoogte ge-
bracht en is er voor hun positie gevochten. Nu nog
eens, n.l. gisteren, is er gevraagd, of er kans bestaat
op goedkeuring van een hoogere salarisregeling. Bur-
gemeester en Wethouders deden dit, omdat zij op de
hoogte zijn van de nooden van het politiepersoneel.
Burgemeester en Wethouders kregen echter de verze-
kering, dat op het oogenblik een partieele verhooging
onmogelijk wordt geacht. Burgemeester en Wethouders
voelen er daarom niet voor thans de zaak in Den Haag
persoonlijk te gaan bespreken. Bovendien kan van het