206
7 November 1940.
lichting van zijn standpunt wenscht spreker in de eerste
piaats de wezenlijke beteekenis van zoodanige ..samen-
voeging" te caracteriseeren.
Men gebruikt in deze het woord ,,samenvoeging", als
ware er sprake van een combinatie van twee eenhéden
van gelijke beteekenis, die tezamen een nieuwe eenheid
zullen vormen, waarin beide als het ware gelijke zeg-
genschap zullen krijgen. De werkelijkheid is natuurliîk
jmLanderS' Wanneer men een grootere gemeente van
-0000 mwoners combineert met een kleinere van 4000
zooals in casu, dan beteekent dit practisch, dat de
grootere gemeente blijft bestaan en de kleinere ver-
dwijnt, dat cle nieuwe gemeente den naam draagt van
grootere oude-gemeente, dat de secretarie en de ge-
meentelijke diensten van de grootere gemeente geves-
tigd blijven, waar zij reeds gevestigd waren, doch de
overeenkomstige diensten van de kleinere gemeenten
verdwijnen, dat het gemeentebestuur in overgroote
meerderheid wordt gevormd door inwoners van de
°ude grootere gemeente, kortom, dat de kleinere ge-
meente wordt tot een wijk van de grootere gemeente en
van haar centrum uit wordt beheerd en bestuurd Wan-
neer Bennebroek met Heemstede wordt samengevoegd
dan beteekent het practisch, dat Bennebroek door Heem-
stede wordt geannexeerd.
Wij hebben dus ten deze te maken met een dood-
gewone annexatie en uit dat oogpunt hebben wij de zaak
te bezien.
Na dit vooropgesteld te hebben, kan spreker met de
uiteenzetting van zijn oordeel kort zijn.
Annexatie, het ontnemen van de zelfstandigheid aan
een van oudsher zelfstandige gemeente, acht spéeker
slechts geoorloofd in twee gevallen:
1°. wanneer het algemeen belang, hetzij van staat
ot gewest, hetzij van de beide gemeenten, dê annexatie
noodzakelijk maakt;
2°. wanneer bij beide te vereenigen gemeenten de
wensch daartoe bestaat.
Noch het een noch het ander is het geval.
Wat het eerste betreft, spreker heeft in de laatste
weken velerlei artikelen over de voorgestelde samen-
voeging gelezen, en vele personen daarover hunne mee-
ning hooren uiten. Daarbij waren tegenstanders, daarbii
waren ook schrijvers en sprekers, die wel wat voor de