7 November 1940.
209
meente culmineert in de gelukkige en vruchtbare ver-
binding tot andere gemeenten. Niet in zelfverheerlijking
en zelfgenoegzaamheid ligt het werkelijk totale succes
van een gemeente, doch in samenwerking met hen, met
wie de gemeente gemakkelijk kan samenwerken. Waar-
om de Secretaris-Generaal geen kameraadschap tus-
schen Bennebroek en Heemstede heeft voorgesteld, doch
een formeel en levenskrachtig huwelijk, dat gelieve U
aan den Secretaris-Generaal te vragen.
Z.H.E.D. Gestrenge wenscht levenskrachtiger een-
heden. Twee gemeenten in één, vermogen meer dan
ieder op zich. Niet alleen naar het getal, doch ook
naar het algemeen gemeentelijk doel en volgens het
gemeenschappelijk programma. In dit programma is
voor spreker de bekrachtiging en toepassing van de
sociale liefde en sociale rechtvaardigheid overheer-
schend.
Een krachtige eenheid, de heer Mr. Bakhuizen van
den Brink geeft dit toe, eischt aanvankelijk offervaardig-
heid, tegemoetkomendheid, zorg voor el.kanders wel en
wee. Spreker kan om vorenstaande redenen niet mee-
doen aan het scheppen van tegenstellingen in de samen-
smelting van Heemstede-Bennebroek. Met den Secre-
taris-Generaal zoekt hij zijn kracht niet in de tegen-
stelling, maar in de sainenstelling Heemstede-Benne-
broek, onder het motto: „de een heeft de andere noodig
om tot de grootst mogelijke levenskrachtige eenheid te
komen". De financieel, sociaal-economisch zwakkere
gemeente is gebaat met de samenvloeiïng der financieel,
sociaal-economisch sterkere gemeente en deze laatste
wordt er op den duur heusch niet slechter van. Naarmate
de financieele, sociale en economische afstanden tus-
schen de elkander begrenzende gemeenten kleiner wor-
den en vervagen, is het algemeen welzijn van de res-
pectievelijke bevolking er mee gebaat. Naar zijn inzicht
is de gemeente er om de bevolking en niet de bevolking
om de gemeente. Gemeentelijke grenzen vallen niet
onder een wet van Meden en Perzen. Een sainenvoeging
van twee gemeenten is meer een kwestie van verdraag-
zaamheid dan van verscheidenheid, meer een kwestïe
van sociale- dan van individualistische gezindheid, meer
een van geven, dan van nemen. Niet alleen in het onder-
ling verkeer van particulieren, doch ook in dat van ge-