218
7 November 1940.
broek zit veeleer in het behagelijke, dat zij bij de fusie
meer winnen dan verliezen. Maar spreker gaat het niet
om het privé-belang van Bennebroek of Heemstede, doch
om het gezamenlijk belang van de gefusioneerden, zoo-
als de Secretaris-Generaal het ziet en zijn inziens
terecht.
In het slot van het bezwaarschrift van het college van
Burgemeester en Wethouders krijgt spreker een mach-
tigen steun voor zijn pleidooi voor samenvoeging. Bur-
gemeester en Wethouders vragen om het ongeschonden
voortbestaan van de gemeente, die geen gebiedsdeel
zal kunnen missen om te voorzien in de nieuwe zorgen,
die op haar schouders zullen worden gelegd door toe-
voeging van een gemeente, die deze zorgen zal be-
hoeven.
Burgemeester en Wethouders erkennen hier uiteinde-
'ijk wat zij voordien ontkend hebben door de bewering,
dat Bennebroek in alle opzichten zelfstandig voldoet
aan de behoeften der ingezetenen. Spreker dankt het
college voor deze ridderlijke en gewaardeerde verkla-
ring, dat Bennebroek de zorgen behoeft van Heemstede
wanneer zij is ingelijfd.
Wat is in een naam? Het college adviseert als de fusie
werkelijkheid wordt en spreker ziet dat: „Heemstede",
terwijl hij van zijn kant graag genoegen neemt met
Heemstede-Bennebroek, waarin hij dan uiteindelijk toch
°°k nog bijdraagt tot een stukje historie van twee ge-
meenten, waarvan hij van harte hoopt, dat de twee
spoedig zullen zijn één, overeenkomstig het verlangen
van den Secretaris-Generaal, voor wiens breeden blik
op de stroomversnellingen van dezen tijd spreker diep
respect heeft.
De heer Mr. von Meyenfeldi zegt over dit onder-
werp geen breede beschouwingen te zullen houden.
Spreker heeft met groote instemming het praeadvies
van Burgemeester en Wethouders gelezen en het betoo°-
van den heer Mr. Bakhuizen van den Brink gehoorck
Spreker ziet hier twee principieel tegenover elkaar
staande uitgangspunten.
In cle eerste plaats het standpunt dat Burgemeester en
Wethouders in het praeadvies hebben ingenomen en
dat ook de heer Mr. Bakhuizen van den Brink inneemt,
n.l. om rekening te houden met het historisch gegroeide.
Niet zoo, dat er geen wijzigingen zouden mogen plaats