7 November 1940.
223
reeds geschiedt), zonder hunne zelfstandigheid te ver-
liezen.
3. Hoewel zonder eenig cijfermateriaal omtrent de
te verwachten financieele voor- of nadeelen ten opzichte
van deze eventueele samenvoeging Heemstede-Benne-
broek, zeggen Burgemeester en Wethouders, dat de
kosten voor onze gemeente zullen stijgen inplaats van
dalen. Zonder dit cijfermateriaal is het voor spreker
onmogelijk het tegendeel te bewijzen en neemt hij, zon-
der eenig voorbehoud, op gezag van Burgemeester en
Wethouders, deze conclusie van het college over.
4. Gebruikt spreker voor het woord: ,,samenvoe-
ging" een oogenblik „annexatie" (woorden die in de
gegeven omstandigheden z.i. synoniem zijn), dan
wenscht hij, in allen ernst, als zijne persoonlijke mee-
ning aan onze gemeente te adviseeren: Heemstede an-
nexeer nooit en Heemstede zorg er ook voor, dat ge
nooit geannexeerd wordt, m.a.w.' Heenrstede wil, zooals
het thans is, zelfstandig zijn en blijven.
Dit zijn sprekers, wellicht praktische, motieven, die
hij zeer ernstig heeft overwogen, reden waarom hij dan
ook zijn stem tegen de samenvoeging zal uitbrengen.
De heer Voors merkt op, dat het gesprokene door den
heer Mr. Bakhuizen van den Brink zijn volkomen in-
stemming heeft. Spreker vindt het 't beste, dat bij het
bespreken van een dergelijk onderwerp, dat ook een
groot aantal principieele vragen opwerpt, deze door een
enkel spreker naar voren worden gebracht en belicht.
Hij gevoelt dan ook geen behoefte de aangevoerde prin-
cipieele argumenten te herhalen; wil slechts verklaren
ze volkomen te deelen. Spreker zou echter gaarne in-
gaan op een paar door den heer Kamerbeek gemaakte
opmerkingen.
De heer Kamerbeek, die het voor de voorgestelde
samenvoeging opneemt, meent, dat de Raad niet ruim
genoeg blikt als hij afwijzend tegenover de samenvoe-
ging staat. De heer Kamerbeek vindt, dat de samenvoe-
ging een gewenschte kameraadschap is en een fusie
daarom moet worden uitgevoerd. Hier haalt de heer
Kamerbeek. aldus spreker, twee dingen door elkaar. AIs
er samenwerking noodig is, dan geldt dat vooral in de-
zen tijd. Waar zij ontbreekt, dient zij tot stand te komen.
In dezen tijd is doortastendheid daarbij geboden. Samen-
werking van dergelijke bevolkingseenheden behoeft in-