7 November 1940.
227
met deze cijfers niet het geval is. Deze samenvoeging
zal geen enkele besparing van beteekenis opleveren,
doch wel een meerdere uitgave van tienduizenden gul-
dens. In een dagblad-hoofdartikel heeft spreker gisteren-
avond gelezen, dat dat zoo'n vaart niet zal loopen, om-
dat de Raad mans genoeg is om daar een stokje voor
te steken. Als na de samenvoeging Bennebroek zou
vragen om plantsoenen, om politietoezicht, om riolee-
ring enz., en de Raad zou daaraan zijn medewerking
weigeren, dacht men dan, aldus vraagt spreker, dat
men een levenskrachtige eenheid verkreeg? Integendeel,
er zou juist een géweldige animositeit ontstaan. Als de
samenvoeging doorgaat, dan zouden die tienduizenden
guldens ook inderdaad uitgegeven moeten worden.
In één opzicht ziet spreker de zaak anders dan Bur-
gemeester en Wethouders. Spreker gelooft n.l. niet, dat
de lasten zullen komen voor rekening van de gemeente-
kas, d.w.z. voor oud-Heemstede, doch vooral voor
Bennebroek. Als doorgevoerd zou worden, dat Benne-
broek den electrischen stroom van Heemstede moet
betrekken, dan zal dat den bewoners heel wat meer
kosten. Bovendien zijn er nog andere dingen, die in de
rapporten verwaarloosd zijn, zooals straatbelasting.
Spreker vreest, dat niet de oud-Heemsteders zooveel
duurder uit zullen zijn, doch dat de Bennebroekers zullen
moeten betalen dat zij blauw zien. En dat zal dan voor-
namelijk moeten komen van den kleineren man, voor wie
de eveneens komende belastingverlaging van minder
beteekenis is, dan voor een grootere. Spreker verzoekt
dan ook den heer Kamerbeek te bedenken, dat alle voor-
deelen van de landelijke gemeente moeten worden be-
taald door de kleine menschen.
Van een besparing aan uitgaven vindt spreker geen
sprake. Hierbij bedoelt spreker de gemeentelijke uit-
gaven. Een vermindering van de overheidsuitgaven in
het algemeen, zooals van Rijk en Provincies, acht spre-
ker wel een Iogisch gevolg van het verminderen van
het aantal gemeenten van 1050 tot 700. Maar deze
besparing kan reeds verkregen v/orden als men de ge-
meenten van minder dan 2000 zielen zou opheffen. Het
is dus z.i. allerminst noodzakelijk aan de gezonde en
financieel krachtige gemeenten te raken.
Maar, zal men vragen, is er dan geen enkel Iicht-
puntje? In de Financieele Commissie heeft spreker er