230
7 November 1940.
meening, dat de samenvoeging van Heemstede en Ben-
nebroek economisch geen besparing zal beteekenen.
De sociaal-econotnische argumenten tenslotte, zijrr
belicht door den heer Mr. Bakhuizen van den Brink, n.L
dat het op groote schaal samenvoegen van gemeenten
toenemende werkloosheid zal beteekenen.
Spreker acht hiermede reeds zooveel motieven tegen
samenvoeging van Heemstede en Bennebroek aanwezig,
dat hij daaraan geen woord heeft toe te voegen.
De heer Dr. Mulder zegt, ten aanzien van de kwestie-
verschillende argumenten te hebben gehoord. Van den
heer Mr. Bakhuizen van den Brink heeft hij wijze woor-
den beluisterd, en van den heer Kamerbeek heeft hij
schoone woorden gehoord. Het is z.i. moeilijk zich een
opinie over de zaak te vormen. Tenslotte moet gehan-
deld worden naar een dieper inzicht, als het ware bij
intuïtie.
De heer Mr. Bakhuizen van den Brink sprak in deze
zaak ais een realist, de heer Kamerbeek als een utopist.
Realisten zijn zoo wijs ieder geval op zich zelf te bezien;
utopisten zijn geneigd op theoretische gronden te gaan
handelen.
Spreker zou den heer Kamerbeek willen vragen hoe
een krachtiger eenheid ontstaat door samenvoeging van
Heemstede met Bennebroek? Waardoor? Spreker kan
dit voorloopig niet zien. Hier begeeft de heer Kamer-
beek zich op het gebied van het realisme, dat hem niet
staat. Waarom vergeet de heer Kamerbeek, dat kleine
individuen ook rechten hebben? Niet alleen de grooten
hebben deze.
Spreker wijst er op, wat met de gezinnen in Rusland
gebeurt. De gezinnen worden daar uit elkaar gerukt.
Hierdoor wordt mogelijk „financieel-sociaaI-econo-
misch" (de woorden zijn van den heer Kamerbeek) eenig
voordeel verkregen, maar naar spreker's oordeel zijn
ouders en kinderen een eenheid, die niet zonder nadee-
len op ander gebied verbroken mag worden. Men leeft
het innigst in den familiekring, daarna komt de kring
van vrienden en van andere groepeeringen, dan de ge-
meente, dan de Staat. De heer Kamerbeek, aldus spre-
ker. meent nu wel dat de Bennebroekers zich in Heem-
stede precies zouden voelen als in Bennebroek, doch
spreker is van meening, dat de kleinere groepeering ook
haar voordeelen heeft.