7 November 1940. 203 omstandigheden, waarin ons land thans verkeert, de voorgestelde samenvoegingen, als geheel beschouwd, niet vereischen. Het feit der bezetting opzichzelf maakt ze niet noodig, evenmin de omstandigheden tijdens de bezetting, daar eventueele gunstige gevolgen zich toch niet in de tegenwoordige bezettingsperiode, doch eerst na jaren, in de toekomst, kunnen doen gelden. Met de constateering van deze feiten is naar spreker's meening tevens het afwijzend oordeel over de onder- havige plannen van den Secretaris-Generaal vastgesteld. Spreker heeft waardeering voor wat in deze tijden door de Secretarissen-Generaal als waarnemende depar- tementshoofden wordt gepresteerd; spreker heeft ook gevoel voor de delicate positie, die zij bekleeden. Zij vervullen een onmisbare en tevens moeilijke functie. Zij hebben eenerzijds leiding te geven aan datgene, wat op instructie of wensch van de bezettende overheid moet geschieden; anderzijds hebben zij, nu het staatshoofd en de regeering in het buitenland verblijven en het parle- ment vacantie geniet, zorg te dragen, dat, ook voor- zoover de bezettende overheid zich daarmede niet be- moeit, het raderwerk van de Nederlandsche staats- machine „aan den gang" blijft. Dit is een belangrijke en moeilijke taak. Doch tot die taak is de bevoegdheid van de Secretarissen-Generaal dan ook beperkt. Geen Secretaris-Generaal mag naar spreker's meening ooit uit het oog verliezen, dat hij niet zelf staatshoofd, regeering en volksvertegenwoordiging is, dat hij slechts een ad-interim-functie vervult, ^een functie van tijdelijke belangen-waarneming, een functie, om een rechtsterm te gebruiken, van „provisioneel be- windvoerder", aan wien wel daden van beheer, doch niet daden van beschikking geoorloofd zijn. Een dusdanig functionaris handelt binnen den kring van zijn bevoegdheid, wanneer hij tijdens de bezettirigs- periode medewerking verleent aan de handelingen, die de bezettende overheid voorschrijft, hij handeltook binnen den kring van zijn bevoegdheid, wanneer hij, ook buiten het gebied waarmede de bezettende overheid zich bemoeit, al dat gene doet, wat noodig is om de staats- machine in normalen vorm op gang te houden, doch hij treedt naar spreker's ineening buiten de grenzen zijner staatsrechterlijke bevoegdheid, wanneer hij, zonder dat het feit der bezetting of de daarmede samenhangende

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1940 | | pagina 7