204
7 November 1940.
omstandigheden daartoe nopen, in de structuur van de
Nederlandsche rechtsgemeenschap ingrijpende verande-
ringen aanbrengt. Het kan nooit tot zijn taak behooren
om, zonder dat dringende noodzaak aanwezig is, ten
aanzien van belangrijke onderdeelen van ons staatsbestel
de toekomstige regeering en volksvertegenwoordiging
voor een „fait accompli" te stellen.
Een dergelijke ingrijpende verandering nu geschiedt
zonder eenigen twijfel, en een dusdanig onnoodzakelijk
,,fait accompli wordt ongetwijfeld bewerkstelligd, wan-
neer plotseling, zonder dringende noodzaak, in de tra-
ditioneele en wettelijk vastgelegde begrenzingen van
meer dan 90 gemeenten in de provincie Noord-Holland,
wordt ingegrepen en meer dan 60 gemeenten zonder
meer worden opgeheven.
Spreker's conclusie is, dat reeds op den enkelen grond,
dat de voorgestelde samenvoeging Heemstede-Benne-
broek een onderdeel vormt van een plan, dat verre de
normale beheerstaak van den Secretaris-Generaal te
buiten gaat, spreker zijn stem nimmer aan deze samen-
voeging zou kunnen geven.
Spreker's twëede algemeen-principieel bezwaar is
van oeconomischen en socialen aard en houdt verband
met de werkeloosheidspolitiek. Spreker vraagt hiervoor
de speciale aandacht van al die zijner medeleden, wien,
evenals spreker, de bestrijding der werkeloosheid in het
bijzonder ter harte gaat.
Spreker moet eigenlijk verklaren, dat hij, in het licht
van de werkeloosheidspolitiek, van deze plannen, zooals
de Secretaris-Generaal ze opvat en toelicht, niets be-
grijpt. Ter toelichting van spreker's standpunt het vol-
gende:
De Secretaris-Generaal ziet als een der gunstige ge-
volgen der samenvoeging, dat daardoor een besparing
op de kosten van het bestuursapparaat kan worden ver-
kregen. De financieele specialiteiten verschillen daar-
omtrent van meening, doch laten wij nu eens aannemen,
dat Z.H.E.G. gelijk heeft en dat inderdaad besparing
kan worden verkregen.
Waarin kan die besparing dan bestaan? De ervaring
leert, dat besparing als gevolg van annexatie practisch
nagenoeg alleen kan bestaan in besparing van perso-
neel, dus in uitsparing van salarissen en loonen. Men
combineert de overeenkomstige diensten van de samen-