7 November 1940.
205
gevoegde gemeenten en kan dan in sommige gevallen
met eenige ambtenaren en werklieden minder toe.
Laten wij nu eens aannemen, dat dit in casu ook
mogelijk blijkt en dat men er bij voorbeeld in slaagt
per opgeheven gemeente tien stuks personeel uit te
sparen.
Wat js dan de beteekenis van het plan Noord-
Holland, zooals de Secretaris-Generaal het ziet en
wenscht?
Dat er in Noord-Holland zeshonderd betrekkingen op-
geheven worden, dat er in Noord-HolJand voor zes-
honderd personen minder werkgelegenheid zal zijn, en
dat dus aan het leger werkeloozen in Noord-Holland nog
zeshonderd personen worden toegevoegd.
Dat dit op den duur de consequentie is van het plan,
zooals de Secretaris-Generaal het motiveert en blijkbaar
wenscht, is niet te weerleggen.
En nu leven wii al sinds tal van iaren in een tijd,
waarin de werkeloosheid het belangrijkste vraagstuk is,
waarmede wij oeconomisch en sociaal te kampen heb-
ben. Een tijd, waarin iedereen zoekt naar het scheppen
van ,,werkgelegenheid", waarin van allerlei zijde uitge-
breide plannen zijn gemaakt, alle gebaseerd op het prin-
cipe „scheppen van werkgelegenheid". Een tijd, waarin
de beteekenis van ,,werkgelegenheid" ten aanzien van
het particuliere bedrijf zeer goed is verstaan, immers
het ontslag van personeel, d.w.z. het opheffen van werk-
gelegenheden, behoudens bijzondere omstandigheden,
ten strengste verboden is.
En in dienzelfden tijd zou het nu op den weg van
den Staat kunnen liggen om langs den kunstmatigen weg
van deze samenvoegingen van gemeenten er welbewust
naar te streven eenige honderden thans nog bestaande
werkgelegenheden op te doen heffen en daardoor, wel-
bewust en opzettelijk, nog eenige honderden Noord-
Hollanders méér aan het kamp der werkeloosheid toe
te voegen?
Spreker herhaalt, dat hij van een dergelijke politiek
niets kan begrijpen en deze verderfelijk acht.
Ook op dezen grond kan spreker aan eenig onderdeel
van het plan-Noord-Holland zijn stem niet geven.
Spreker komt thans tot de voorgestelde samenvoeging
Heemstede-Bennebroek, opzichzelf beschouwd. Ook in
dit opzicht heeft spreker principieele bezwaren. Ter toe-