21 November 1940. 251 ning vaststelt en dat Burgemeester en Wethouders de uitvoering daarvan hebben. Uit een advertentie in de couranten, waarbij schillenboeren worden opgeroepen, had de heer Kamerbeek reeds het antwoord op zijn vraag kunnen weten. De heer Mr. Bakhuizen van den Brink begrijpt het standpunt van den heer Kamerbeek niet. In de ont- werp-verordening komt wel driemaal een bepaling voor, waarbij Burgemeester en Wethouders met uitvoering der verordening worden belast. Als de heer Kamerbeek het daarmede niet eens is, dan moet hij voorstellen, dat de Raad met die uitvoering wordt belast. Als hij het ontwerp echter accepteert, dan hebben Burgemeester en Wethouders de uitvoering. Het gaat niet aan om daarnaast te bepalen wat Burgemeester en Wethouders moeten doen. De heer Kamerbeek is dankbaar voor dit juridisch advies. Indien dit iuist is, dan zai hij daar in het ver- volg rekening mee houden. De heer De Tello wenscht geacht te worden tegen de ontwerp-verordening te zijn, omdat hij het bepaalde in de artt. 3 en 4 in verband met de Volksgezondheid niet op zijn verantwoording kan nemen. De heer Rijkes schaart zich aan de zijde van den heer de Tello. De Voorzitter begrijpt niet, dat de heeren tegen deze verordening zijn. De verordening is niet anders dan de uitvoering van een wet. Door niet aan de totstandko- ming van deze verordening mede te werken, verklaren zij zich ook tegen de wet. Spreker betreurt dat. Spreker wîjst er nog op, dat het juist prachtig is, dat allerlei soort afval nog weer benut kan worden en niet meer in openbaar water terecht komt. In tegenstelling met de opmerking van den heer de Tello rneent spreker, dat de volksgezondheid hierdoor wordt bevorderd. De ontwerp-verordening wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld, onder aanteekening, dat de heeren de Tello en Rijkes geacht willen worden te hebben tegengestemd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1940 | | pagina 19