256
21 November 1940.
beek een vraag is gesteld over de financieele voor-
deelen van het gascontract met Haarlem. Spreker wil
nog toelichten, dat de heer Kamerbeek bedoelt, dat
t°en in Januari 1939 het bedoelde besluit viel, de prijzen
bekend waren waartegen in 1938 het gasbedrijf ver-
bouwd kon worden. Daarom is er ook volgens spreker
wel een rekening op te zetten. Spreker verwacht dan
ook, dat de Wethouder we! een calculatie zal kunnen
opmaken. 4)eze werkwijze zou de tegenstemmers van
het contract met Haarlem bevredigen.
Den heer Van Unen, Wethouder, lijkt het maken van
een kostprijsberekening van te maken gas uit een instal-
'atie die er niet is, op basis 1938, erg fantastisch en
fantasiecijfers wil spreker niet geven.
De heer Rijkes merkt op, dat de heer Van Unen de
cijfers niet behoeft te fantaseeren, omdat hij deze in de
toen uitgebrachte rapporten kan vinden.
De heer Dr. Mulder is het volkomen eens met den
heer Kamerbeek inzake diens vraag over verzekering
van het vrijwillige personeel bij de luchtbescherming!
Spreker is van meening, dat het nemen van dit risico
v°or eigen rekening, heel duur kan worden. Spreker
vraagt, of het niet mogelijk is om een verzekering voor
korten tijd aan te gaan, totdat een definitieve regelinET
is getroffen.
De Voorzitter zegt, dat de Vereeniging van Neder-
landsche Gemeenten het afraadt thans een verzekeiing
te sluiten. Bij de wet zal binnen niet al te langen tijd
deze zaak geregeld worden. Burgemeester en Wethou-
ders wenschen thans niets te doen.
De heer Dr. Mulder vraagt, of Burgemeester en Wet-
houders zich meer verbonden gevoelen tegenover de
Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten dan tegen-
over de bedoelde vrijwilligers. Als er een ongeluk ge-
beurt, dan kan dat groote onkosten met zich brengen.
Bij verzekering is men tegen dat risico gedekt. De ver-
wachte wet kan wel eenige maanden uitblijven.
De Voorzitter, zegt, dat Burgemeester en Wethou-
ders het advies van de Vereeniging van Nederlandsche
Gemeenten aanvaardbaar achten en zich daarbij hebben
neergelegd.