31 December 1940.
275
waren wij zoover gevorderd, dat deze zonder belasting-
verhooging sluitend was opgezet, doch door de onzekere
factoren, die inmiddels zijn ontstaan en waaromtrent nog
geen inlichtingen zijn te bekomen, zal nog afgewacht
moeten worden hoe dit zal worden opgelost.
Zoo heb ik U in dit overzicht nog een korten terug-
blik willen geven over 1940, volkomen wetende, dat dit
zeer onvolledig is. Het oude jaar loopt ten einde en daar-
over spreken wij nog gaarne eens, wetende dat de tijden
veranderen en het nieuwe Ieven weei' bloeit uit het
oude.
Moge U dan aan dat nieuwe in het komende jaar
weder Uw beste krachten geven tot heil van onze ge-
meente en haar ingezetenen.
Met den wensch, dat het U persoonlijk en Uwe ge-
zinnen in het nieuwe iaar goed moge gaan, zou ik deze
vergadering willen sluiten. (Applaus).
De heer Van Unen, Wethouder, houdt daarna de vol-
gende rede:
Mijnheer de Burgemeester,
Het is op verzoek van den geheelen Raad van He_em-
stede, dat ik enkele woorden tot U zou willen richten.
Het feit, dat Burgemeester van Doorn, na een lang-
durige ongesteldheid, binnenkort weer zijn werkzaam-
heden hoopt te kunnen hervatten, waarmede wij hem
bij voorbaat van harte gelukwenschen, brengt mede, dat
deze Raadsvergadering, naar menschelijke berekening,
de laatste zal zijn, die U heeft gepresideerd als waar-
nemend Burgemeester, althans achtereenvolgend. Bijna
éen vol iaar heeft U aan het hoofd van onze Gemeente
gestaan. En wêlk een jaar was het!
In behoef voor geen een onzer in herinnering te roe-
pen de dagen van angstige spanning vôör 10 Mei, noch
de dagen van heldhaftigen strijd en diepen rouw daarna,
want ze zijn onverwoestbaar gegrift in onze harten en
wij kunnen en willen ze nooit vergeten.
Wel echter wil ik er aan herinneren, dat U, Burge-
meester, ons en de geheele burgerij in die dagen voor-
ging in nimmer verflauwende plichtsbetrachting niet
alleen, doch ook in waardige kalmte.
Wij allen hebben dat in hooge mate gewaardeerd en